H2.2 Waar heb je recht op?

2.2 Waar heb je recht op?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.2 Waar heb je recht op?

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling lesdoelen 2.1
- Waar haal jij betrouwbare info over producten vandaan?
- Hoe vergelijk je prijzen?
- Welke betekenis hebben enkele keurmerken?

Slide 2 - Tekstslide

2.2 leerdoelen
Je weet waarom en welke rechten je als consument hebt.
Je weet welke wetten je beschermen tegen onveilige producten
Je weet welke wetten je een bedenktijd geven bij bepaalde aankopen
Je weet waar je als consument rechten kunt halen.

Slide 3 - Tekstslide

Niet tevreden over een product?

1. Oplossen met de leverancier
2. Kom je er niet uit? → naar de Geschillencommissie (SGC)
3. Bindende uitspraak →beide partijen moeten zich er aan houden

Slide 4 - Tekstslide

2.2 Waar heb je recht op? 
Consumentenrecht
  • wetten en regels die de consument beschermt bij de aankoop van een product
  • Waarom is dat nodig?

Slide 5 - Tekstslide

Geldt het consumentenrecht ook als je iets van een particulier koopt
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

2.2 Waar heb je recht op? 
Consumentenrecht
  • Warenwet
  • Wet productaansprakelijkheid
  • Wet koop op afstand
  • Colportagewet
Waarom?
Consument heeft een zwakkere positie (minder kennis)
  • Onveilige producten
  • Bedenktijd

Slide 7 - Tekstslide

2.2 Waar heb je recht op? (deel 1)
Warenwet
  • verbiedt de verkoop van levensmiddelen en andere producten die gevaarlijk zijn voor je gezondheid of veiligheid
  • Controle door Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA)

Slide 8 - Tekstslide

2.2 Waar heb je recht op? (deel 1)
Wet productaansprakelijkheid
  • fabrikant is aansprakelijk voor gevolgschade die door een gebrekkig product ontstaat.

Slide 9 - Tekstslide

Wet Productaansprakelijkheid
Fabrikanten zijn verantwoordelijk voor de schade die hun producten veroorzaken als dat komt door slechte productie.

Het product noem je dan gebrekkig. De consument heeft recht op een deugdelijk product (het product moet bij normaal gebruik naar behoren functioneren).

Slide 10 - Tekstslide

2.2 Waar heb je recht op? (deel 1)
Wet koop op afstand
  • geldt als je iets koopt via internet, telefoon of met een bon uit krant of tijdschrift
  • hierin staat bijvoorbeeld hoeveel bedenktijd je hebt 

Slide 11 - Tekstslide

2.2 Waar heb je recht op? (deel 1)
Colportagewet
  • beschermt bij ongevraagde verkoop aan de deur, op straat of tijdens een verkoopdemonstratie.
  • vb: bij minimale aankoop van €50 mag je de aankoop terugdraaien zonder reden

Slide 12 - Tekstslide

Instanties die toezien op bedrijven
Als bedrijven zich niet aan het consumentenrecht houden. 
- NVWA: Nederlandse voedsel- en warenautoriteit
- ACM: autoriteit consument en markt: 
1.  bedrijven moet consumenten eerlijk behandelen en 
2. bedrijven moeten eerlijk met elkaar concurreren
- De Geschillencommissie
Zij houden toezicht op het naleven van regels.

Slide 13 - Tekstslide

2.2 Waar heb je recht op? (deel 2)
Wat moet je eigenlijk doen als je niet tevreden bent over een product?
  1. Je gaat naar de leverancier en probeert samen een oplossing te zoeken
  2. Wanneer je er niet uit komt ga je naar de geschillencommissie

Slide 14 - Tekstslide

2.2 les 1 -> leerdoelen:
Je weet waarom en welke rechten je als consument hebt.
Je weet welke wetten je beschermen tegen onveilige producten
Je weet welke wetten je een bedenktijd geven bij bepaalde aankopen
Je weet waar je als consument rechten kunt halen.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
2.2 opdr 2 t/m 10

Slide 16 - Tekstslide