H9.4 Zuur-basereacties

Herhaling H9.4

Zuur-basereacties



-Programma TW2
-Hw voor vandaag
-Herhaling opstellen zuur-base reacties
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H9.4

Zuur-basereacties



-Programma TW2
-Hw voor vandaag
-Herhaling opstellen zuur-base reacties

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5v TW2
-Bindingen
-Reactie warmte
-Batterijen
-Zuren en basen
-Redox reacties
-Rekenen aan batterijen
-rekenen aan zuur-base reacties

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt na afloop van de les:

  • aangeven welk deeltje in een zuur‑basereactie als zuur en welk deeltje als base reageert;
  • de reactievergelijking van een zuur‑basereactie opstellen.
  • weten waar jullie moeten zich voorbereinden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan
Stap 1: Schrijf van alle deeltjes die aanwezig zijn de formule op.
Let op: Sterke zuren gesplits (H+, dus H3O+), zwakke zuren (HZ).
Goed oplosbaar zout=> alleen het ion dat een zuur of base is
BV. Na3PO4 is goed oplosbaar dus schrijf ALLEEN PO43-
Slecht oplosbaar zout: schrijf de hele zout formule BV. CaCO3, schrijf: CaCO3(s)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuur-Base reactie
  • Een zuur is een deeltje dat een H+ kan afstaan.


  • Een base is een deeltje dat een H+ kan opnemen.


  • Een zuur kan dus ook met een base reageren.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan
Stap 2: Bepaal welk deeltje het zuur is en welk deeltje de base (m.b.v. Binas 49).

Let op: Het sterkste zuur heeft de grootste Kz.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan
Stap 3: Schrijf de reactievergelijking op van de reagerende deeltjes.
Let op: Noteer alleen de deeltjes die reageren. 
Dus tribune-ionen niet opschrijven.

Een meerwaardig zuur staat alle protonen af bij een reactie met een overmaat aan base (andersom geldt hetzelfde).

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Je voegt een oplossing van salpeterzuur bij een oplossing van natriumacetaat. Geef de vergelijking van de zuur-base reactie.

Sterk zuur met een zwakke base

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MAAK OPGAVE 33


KLAAR ? MAAK OPGAVE 34

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Je voegt ammonia toe aan een oplossing van azijnzuur.
Geef de vergelijking van de zuur-basereactie.


Sterke base met een zwak zuur

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Je ontkalkt (CaCO3) een koffiezetapparaat door een overmaat azijnzuuroplossing in het apparaat te doen. Geef de vergelijking van de zuur-basereactie.

Slide 11 - Tekstslide

er wordt eigenlijk eerst diwaterstofcarbonaat gevormd maar deze spiltst in CO2 en H2O

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak de volgende opdrachten:
Leer HS9.4 (blz. 56-59)
Maak de vragen 29 t/m 42 (blz. 60-61)
Kijk de opdrachten goed na, wanneer je ze gemaakt hebt.
Maak een notitie van de vragen die je niet snapte of waarvan je meer uitleg wil hebben.
Stel deze vragen de volgende les.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies