Klas 1, T4, paragraaf 3, beenverbindingen - Twilhaar

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Thema 4: Stevigheid en bewegen

Je kent de delen van het lichaam.

Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.

Je kunt de functies van het skelet noemen.

paragraaf 3: 
Beenverbindingen

LESDOEL

• 4.3.6 Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven.

de 4 functies van je skelet:

Gewricht 

Verbinding tussen twee botten 

Gewricht 

Gewrichtskogel

Het uiteinde van het bot dat BOL is

Gewrichtskom

Het uiteinde van het bot dat HOL is

Kraakbeenlaagje

Beschermt botten tijgen slijten en zorgt ervoor dat de botten makkelijker kunnen bewegen. 

Gewrichtssmeer

Zit tussen de botten, werkt als een smeervet. Door smeervet kunnen de botten soepeler bewegen.

Gewrichtskapsel 

Gewrichtskapsel

Zit als een vliesje om het gewricht heen. Het gewrichtskapsel houdt de botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer 

Kapselbanden 

Kapselbanden

Extra versteveging om het gewricht heen. Ze helpen mee om de botten op hun plaats te houden 

Een van de botten in je onderarm is:

1. opperarmbeen
2. spaakbeen
3. handwortelbeentje
4. elleboog

Bot bestaat uit?

1. kalk en beenmerg
2. kalk en lijmstof
3. lijmstof en beenmerg

Wie heeft er meer botten?

1. een baby
2. een volwassen persoon
3. ze hebben even veel botten

als deze stof uit het bot verdwijnt, dan wordt het bot veel te buigzaam

1. kalk
2. lijmstof
3. water
4. bloed

Wat is de functie van het gewricht?

LESDOEL

• 4.3.6 Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven.