H5 - les 9 - mondeling herhalen object en situaties

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Aujourd'hui tu as besoin de : 

un stylo

    ton cahier

           ton ordinateur

Startopdracht:
Décris une clé

- la forme

- la couleur

- l'utilisation

Programme

• Les buts
  
• Leeroverzicht
• Décrire un objet
• Révision des situations
  
• Évaluation

Les buts

• Ik kan een object beschrijven in het Frans.
• Ik kan reageren op een onverwachte situatie in het Frans, binnen de gestelde kaders.

Leeroverzicht 

• Mondeling
  - beoordelingsschema
  - tips
  - se présenter
  - situaties
  - object beschrijven
• Leesvaardigheid

Décris…

une porte

Décris…

une baguette

Décris…

Situation 3

Bedenk het gesprek - schrijf het uit in jouw schrift

Je bent met je ouders in een vakantiepark in Bretagne. De code van de automatische slagboom blijkt steeds niet te werken. Je ouders spreken geen Frans en je gaat naar de receptie om een oplossing te vinden. 

een vakantiepark = un village de vacances

een slagboom = une barrière

Situation 3

Oefen de gesprekken hardop met een klasgenoot

Je bent met je ouders in een vakantiepark in Bretagne. De code van de automatische slagboom blijkt steeds niet te werken. Je ouders spreken geen Frans en je gaat naar de receptie om een oplossing te vinden. 

een vakantiepark = un village de vacances

een slagboom = une barrière

Situation 3

Oefen met de juf

Je bent met je ouders in een vakantiepark in Bretagne. De code van de automatische slagboom blijkt steeds niet te werken. Je ouders spreken geen Frans en je gaat naar de receptie om een oplossing te vinden. 

een vakantiepark = un village de vacances

een slagboom = une barrière

Au travail

Utilisez la roue pour vous entrainer avec le plus de situations possibles.

Tournez la roue, pratiquez la situation et changez de situation. Il y a aussi des variations sur les situations. 

Bonne chance !

Évaluation

Schrijf het juiste antwoord op jouw wisbordje.

Een object beschrijven...

A) kan ik nu goed. Ik vind het makkelijk om de juiste woorden te vinden.

B) kan ik goed, maar het vinden van de juiste woorden blijft nog een uitdaging.

C) vind ik nog erg moeilijk, vooral het herinneren van de juiste woorden vind ik moeilijk.

D) vind ik nog erg moeilijk. Ik weet niet waar ik moet beginnen.