Nederlands P3 schrijven les 2

Lezen en spelling les 2 Meervouden en los of aan elkaar


Waar komt dit water vandaan?   3.1 soorten water
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NaskMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen en spelling les 2 Meervouden en los of aan elkaar


Waar komt dit water vandaan?   3.1 soorten water

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Lezen 15 minuten

Opdracht lezen P4 opdracht Classroom

Spelling herhalen vorige les hoofdletters

Uitleg les meervouden en los of aan elkaar



Slide 2 - Tekstslide

Lezen periode 4
Is je boek uit dan maak je de keuzeopdracht bij boek 3​

Lees ook thuis in je boek​
De keuzeopdracht staat in Classroom bij P4​
De deadline voor het inleveren van de opdracht is rond 11 april.​
De opdracht is een handelingsdeel en moet dus met een voldoende worden afgesloten.​



Slide 3 - Tekstslide

Quiz
Sanne van der Kerk.
S. van der Kerk.
Mevrouw van der Kerk
A
Alle drie zijn goed geschreven
B
Niet alle drie zijn goed geschreven

Slide 4 - Quizvraag

Quiz
De kerstman loopt naar de arrenslee.
Hé Kerstman wat voor cadeau krijg ik dit jaar?
A
Kerstman moet hier allebei met een hoofdletter
B
Kerstman moet allebei zonder hoofdletter
C
De zinnen zijn goed geschreven

Slide 5 - Quizvraag

Schrijf een feestdag op.

Slide 6 - Woordweb

Let op!!!
De theorie die we behandelen komt niet op Classroom.​

Maak aantekeningen in je schrift!​
We starten per onderdeel met je voorkennis; wat weet je er nog van?​
Daarna behandelen we de theorie, zodat je jouw aantekeningen kunt aanvullen.​

Mis je een les? Haal de theorie in bij flex of vraag een klasgenoot.



Slide 7 - Tekstslide

leerdoelen voor deze les:
Aan het eind van de les kun je de meervoudsvormen schrijven van:
Bij de Nederlandse spelling kennen we de volgende meervouden:​

-s​
‘s​
-en​
-n​

Introductie filmpje => 



Slide 8 - Tekstslide

Leerdoel:
Meervouden op -s en 's
Schrijf in je schrift: spelling les 2​

Maak het kopje: meervouden​

Schrijf onder het kopje op wat jij nog weet over de spelling van meervouden ​

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoel:
Meervouden op -s en 's

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoel:
Meervouden op -s en 's

Slide 11 - Tekstslide

leerdoel:
Meervoud op –en en -n​

Slide 12 - Tekstslide

leerdoelen:
Uitzonderingen​
Voetnoot: mediums is het meervoud voor meerdere waarzeggers. 
Media is het meervoud voor meerdere informatiekanalen.

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
Meervoudsvormen op -s 's en -n
Oefenen: 10 minuten

Ga naar Classroom > opdrachtenboekje spelling > les 2​

Maak opdracht 5 t/m 8​

Klaar?​
10 of meer fout > Oefen op Cambiumned > spelling > meervoudsvormen​
9 of minder fout > werk aan de oefeningen van werkwoordspelling of woordenschat op Cambiumned ​



timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

leerdoel:
Spelling – aan elkaar of los
Maak bij je aantekeningen van spelling les 2 een nieuw kopje:​

 

Aan elkaar of los​
Schrijf op wat je weet over het aan elkaar of losschrijven van woorden bij spelling.​

Slide 15 - Tekstslide

leerdoel:
Spelling – aan elkaar of los
Bedoel je één ding/persoon/begrip dan schrijf je één woord.​

Een spatie op de verkeerde plaats kan betekenisverschil opleveren.​

Hoe lees je dit nu ===============>

Slide 16 - Tekstslide

leerdoel:
Spelling – aan elkaar of los
Samenstellingen van twee of drie woorden:
kattenbakken, koffiezetten, nietszeggend, goedgehumeurd, rodewijnglazen, langeafstandsloper​

Slide 17 - Tekstslide

leerdoel:
Spelling – aan elkaar of los
Theorie:
Je zet een koppelteken (-)​

als je klinkers uit elkaar wilt houden die samen een eigen klank kunnen vormen:​
ou: radio-uitzending oo: polo-overhemd​
eu: camouflage-uniform ei: goede-ideeënhandelaar ​
enzovoorts​

Bij andere klinkerbotsingen mag je een koppelteken schrijven als je vindt dat dit duidelijker is.​
als je een samenstelling maakt met een afkorting of teken:​
55+-kaart, dvd-speler, 230V-aansluiting​



Slide 18 - Tekstslide

leerdoel:
Spelling – aan elkaar of los
Theorie:
Er-, daar-, hier- en waar- schrijf je altijd aan elkaar...​



...met het voorzetsel dat erna komt. ​




DUS: ernaast, daarvoor, hierlangs, waarboven OOK als er dan nóg een voorzetsel komt: eropuit, hierbovenuit, daartegenaan, waaroverheen.


Slide 19 - Tekstslide

leerdoel:
Spelling – aan elkaar of los
Theorie:
De woorden te()kort, te()veel en te()goed​
Je schrijft ze als bijvoeglijk naamwoord los. Ze betekenen dan korter/meer/beter dan gewenst.​
Als zelfstandig naamwoord schrijf je deze woorden aan elkaar. Zij hebben dan niet meer hun 

letterlijke betekenis:​
het tekort = ‘wat er niet of te weinig is’​
het teveel = ‘meer dan nodig is’​
het tegoed = ‘nog te ontvangen ‘​







Slide 20 - Tekstslide

leerdoel:
Spelling – aan elkaar of los
timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

Lastig? Schrijf je in voor flex!​

Slide 22 - Tekstslide

Hoe goed lukt het spellen van de meervouden bij jou?​ Kies uit: GOED, REDELIJK of KAN BETER
Dit is een open vraag.

Slide 23 - Open vraag

Hoe goed lukt het spellen van woorden die aan elkaar of juist los moeten bij jou?
Kies uit: GOED, REDELIJK of KAN BETER
Dit is een open vraag.

Slide 24 - Open vraag

Huiswerk!
Waar?
Opdrachtenboekje spelling Classroom 
Cambiumned
Extra oefenen => Spelling app in Blink
10 minuten in je Leesboek



Slide 25 - Tekstslide