j3ns2 - 4 januari 2020 - bouwstenen van stoffen

Wat is het kleinste deeltjes
A
molecuul
B
atoom
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is het kleinste deeltjes
A
molecuul
B
atoom

Slide 1 - Quizvraag

Programma en lesdoelen
Programma
  • Uitleg
  • Leren
  • Overhoren
  • Opdrachten

Lesdoel
Aan het einde van de les ken je de symbolen van een aantal atoomsoorten uit je hoofd, weet je het verschil tussen een atoom en molecuul en kan je uitleggen wat het periodiek systeem is.

Slide 2 - Tekstslide

Deeltjesmodel/molecuulmodel

  • stoffen bestaat uit moleculen
  • iedere stof bestaat uit zijn eigen soort moleculen
  • de moleculen van één stof zijn aan elkaar gelijk
  • Moleculen zijn steeds in beweging
 

Slide 3 - Tekstslide

deeltjesmodel

Slide 4 - Tekstslide

Waar of niet waar: Moleculen bewegen altijd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

In welke fase bewegen moleculen het snelst
A
vast
B
vloeistof
C
gas

Slide 6 - Quizvraag

Atomen
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen.

Er bestaan ongeveer 100 soorten atomen.
Elk atoomsoort heeft een symbool.

Omdat atomen basis zijn voor alle stoffen worden ze ook wel elementen genoemd. 

Slide 7 - Tekstslide

Het periodiek systeem

Slide 8 - Tekstslide

Periodiek systeem
Alle atoomsoorten staan in periodiek syteem (binas tabel )

  • gerangschikt van licht naar zwaar
  • groep = ongeveer zelfde eigenschappen.
    Onthouden: Groep 17 halogenen (Reageren heftig met metalen), Groep 18 edelgassen (reageren niet)

Slide 9 - Tekstslide

Uit je hoofd leren
Bron 2 - blz. 77

Hoe? Flip-cards, online tools, overschrijven --> Wat voor jou werkt!


timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Welke symbool hoort bij zuurstof?
A
Z
B
O
C
Zu
D
Zs

Slide 11 - Quizvraag

Welk symbool hoort bij koolstof?
A
K
B
C
C
Ko
D
Co

Slide 12 - Quizvraag

Cl is het symbool voor
A
Chloor
B
Chroom
C
Fluor
D
Calcium

Slide 13 - Quizvraag

N is het symbool voor
A
Neon
B
Natrium
C
Stikstof
D
Helium

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het symbool voor zilver?
A
Zi
B
Z
C
Ag
D
Zn

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het symbool voor koper?
A
K
B
Ko
C
C
D
Cu

Slide 16 - Quizvraag

Opdrachten
Maak 1 t/m 4, 7, 9, 10 t/m 17 blz. 8   WERKBOEK B!!

Hulpmiddel blz. 76 t/m 78 tekstboek.

Tijd: Tot 10:38   
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Welk deeltje is kleiner?
A
Molecuul
B
Atoom

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noem je deze tabel hiernaast?

Slide 19 - Open vraag

Afsluiten
Lesdoel
Aan het einde van de les ken je de symbolen van een aantal atoomsoorten uit je hoofd, weet je het verschil tussen een atoom en molecuul en kan je uitleggen wat het periodiek systeem is.

Huiswerk (woe 6 januari voor 8 uur 's ochtends)
1. Leren bron 2 blz. 77 tekstboek
2. Maken   Maak 1 t/m 4, 7, 9, 10 t/m 17 blz. 8 WERKBOEK B!!
   --> foto inleveren op Classroom

Slide 20 - Tekstslide