In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
KLINISCH REDENEREN
EWS en SBAR
Slide 1 - Tekstslide
Planning
22 april Intro klinisch redeneren
13 mei EWS en SBARR
20 mei 2e Pinksterdag
27 mei ABCDE
03 juni Aanvullende onderzoeken
10 juni PES, SMART-doelen en onderbouwde interventies
17 juni Klinisch verloop en SOAP
24 juni BPV-week
01 juli BPV week
08 juli Verhuizing
Slide 2 - Tekstslide
Orientatie op de situatie
Klinische probleemstelling
Aanvullend onderzoek
Beleid maken (verpleegplan opstellen)
Verloop monitoren
Evalueren
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Slide 3 - Sleepvraag
Hoe is het gegaan met...
De rode loper?
Wissel in tweetallen uit wat je het meest heeft verrast (5 min)
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen
Je ontdekt de redeneerhulpen EWS en SBAR
Je verklaart het doel van deze redeneerhulpen
Je past de redeneerhulpen aan de hand van een casus toe
Slide 5 - Tekstslide
Wat weet je al over de EWS?
Slide 6 - Open vraag
EWS
Slide 7 - Tekstslide
EWS
Early Warning Scale/Vroege Signalerings Score
- Brengt patient qua vitale functies in beeld
- Erkent Niet-pluis gevoel verpleegkundige
- Praat plaatje met de dokter
- ABCDE beoordeling
Slide 8 - Tekstslide
EWS/VSS
Dhr Kroes ligt op jouw afdeling. Je doet controles en ziet het volgende; RR 110/50, P120, Saturatie 93% met een ademhalingsfrequentie van 30x/min. De patient plast goed. Wel maak je je zorgen over de patient.
Wat scoor je? Wat doe je dan?
Slide 9 - Tekstslide
EWS/VSS
Je stapt binnen bij Mw. de Haas en het valt je op dat zij een snelle ademhaling heeft van 17x/minuut. Je meet een bloeddruk van 90/60 en een onregelmatige hartfrequentie van 54 sl/minuut. Urineproductie heb je de afgelopen uren niet gecontroleerd. Je maakt je zorgen over mevrouw, ook omdat ze klaagt over duizeligheid.
Wat scoor je? Wat doe je dan?
Slide 10 - Tekstslide
Doel van EWS
Slide 11 - Woordweb
Bij welke stap in het proces van klinisch redeneren hoort het afnemen van de EWS?
A
Beleid maken
B
Oriëntatie op de situatie
C
Klinische probleemstelling
D
Aanvullend onderzoek
Slide 12 - Quizvraag
Wat heb je al ontdekt over SBARR?
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Video
00:24
Wat zou het voordeel zijn van eerst overdragen en dan overtillen?
Slide 15 - Open vraag
03:19
Voordelen/Doel overdragen via SBARR
Slide 16 - Woordweb
Voordelen SBAR(R)?
Consequente informatie overdracht: inhoud verbetert, overdracht wordt korter (overdracht en slechte communicatie = risicomoment)
Verpleegkundige wordt door stappenplan gedwongen eerst zelf de situatie te analyseren
Arts krijgt completer beeld; kan adequater reageren
Kwaliteit van zorg en teamsamenwerking nemen toe
Slide 17 - Tekstslide
De verpleegkundige vertelt dat de patiënt bekend is met diabetes mellitus. Bij welke fase past dit?
A
Situation
B
Background
C
Assessment
D
Recommendation
Slide 18 - Quizvraag
De verpleegkundige vraagt de arts of ze alvast een katheter kan inbrengen. Bij welke fase hoort dit?
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation
Slide 19 - Quizvraag
De verpleegkundige vertelt de arts dat ze denkt dat de patiënt een hersenbloeding heeft. Dit past in de fase:
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation
Slide 20 - Quizvraag
Leerdoelen
Je ontdekt de redeneerhulpen EWS en SBAR
Je verklaart het doel van deze redeneerhulpen
Je past de redeneerhulpen aan de hand van een casus toe
Slide 21 - Tekstslide
Oefen casussen
Stap 1: Maak groepen van 2 a 3 personen
Stap 2: Je krijgt één casus toegewezen. Werk deze uit volgens de SBARR. Elke persoon uit het groepje is één keer de informatiebrenger, één keer informatieontvanger en één keer observator.
Stap 3: Geef elkaar feedback op de toepassing van de SBARR