Bijwoordelijke bepaling

Startklaar
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel in de mobieltas?
Heb je je werkboek, schrift, pen 
en leesboek op tafel?


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Startklaar
Zit je op je eigen plek?
Is je mobiel in de mobieltas?
Heb je je werkboek, schrift, pen 
en leesboek op tafel?


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijwoordelijke bepaling

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning

Introductie
Lezen 
Spreekplan (p.140)
Voorkennis activeren
Uitleg lesstof BWB
Vragen over lesstof
BWB escaperoom
Kaartjeswerkvorm
Terugkomen op de lesdoelen

Lesdoelen


Aan het eind van de les kun je de bijwoordelijke bepaling herkennen in zinnen

Aan het eind van de les kun je zelf zinnen maken met bijwoordelijke bepalingen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag bij het filmpje
1. Hoe doe je dat ook alweer, een zin ontleden?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

    Zet de begrippen in de juiste volgorde van ontleden
Onderwerp
Gezegde
Persoonsvorm
Zinsdelen maken
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag bij het filmpje
Hoe doe je dat ook alweer, een zin ontleden?
1. Persoonsvorm: verander de tijd van de zin, ww dat verandert is de pv
 2. Onderwerp: wie/wat + persoonsvorm
3. Gezegde: pv + andere werkwoorden in de zin
4. Lijdend voorwerp: wat + gezegde + onderwerp
5. Meewerkend voorwerp: voor of aan + gezegde + onderwerp (+ lijdendvoorwerp)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen bij het filmpje
Hoe doe je dat ook alweer, een zin ontleden?
1. Persoonsvorm: verander de tijd van de zin, ww dat verandert is de pv
 2. Onderwerp: wie/wat + persoonsvorm
3. Gezegde: pv + andere werkwoorden in de zin
4. Lijdend voorwerp: wat + gezegde + onderwerp
5. Meewerkend voorwerp: voor of aan + gezegde + onderwerp (+ lijdendvoorwerp)
6. Bijwoordelijke bepaling

Nieuw in je lijstje!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bijwoordelijke bepaling
Alles wat je overhoudt, noem je bijwoordelijke bepaling.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijwoordelijke bepaling
Geeft antwoord op de volgende vragen:
waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.

Alle vragen behalve wie of wat!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijwoordelijke bepaling

Slide 13 - Tekstslide

VWO moet de verschillende soorten bwb's kunnen herkennen. 
Bijwoordelijke bepaling
Soms helpen de vragen niet. Bepalingen blijven dan vanzelf over. Ook opvulwoordjes zijn bepalingen:
Niet
Ook
Wel
Misschien
Dadelijk
Straks
Wanneer
Hoe

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet iedere zin bevat een bijwoordelijke bepaling en sommige zinnen hebben meerdere bijwoordelijke bepalingen.

Soms zijn bijwoordelijke bepalingen niet zo makkelijk te vinden omdat je vragen als waar?, wanneer? etc. niet kan stellen. Maar als je de zinnen op de juist manier ontleedt, blijven ze vanzelf over.


Voorbeelden:

1. Ik heb de wedstrijd niet gezien. 

2. Zou Ajax deze wedstrijd ook winnen. 

3. Waar heb je hem nou gelaten? 

4. Ik kan dat wel begrijpen. 

                                                            In deze zinnen zijn niet, ook, nou en wel bijwoordelijke bepalingen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet iedere zin bevat een bijwoordelijke bepaling en sommige zinnen hebben meerdere bijwoordelijke bepalingen.

Soms zijn bijwoordelijke bepalingen niet zo makkelijk te vinden omdat je vragen als waar?, wanneer? etc. niet kan stellen. Maar als je de zinnen op de juist manier ontleedt, blijven ze vanzelf over.


Voorbeelden:

1. Ik heb de wedstrijd niet gezien. 

2. Zou Ajax deze wedstrijd ook winnen. 

3. Waar heb je hem nou gelaten? 

4. Ik kan dat wel begrijpen. 

                                                            In deze zinnen zijn niet, ook, nou en wel bijwoordelijke bepalingen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen bijwoordelijke bepaling

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijwoordelijke bepaling escape room!
Verhaalsetting:
Jullie zijn opgesloten in een mysterieuze taalkamer. De enige manier om te ontsnappen, is door de geheime bijwoordelijke bepalingen in de zinnen te vinden. Elke juiste bijwoordelijke bepaling brengt jullie dichter bij de ontsnapping, maar pas op: elke fout kost jullie tijd!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

-In tweetallen 
-Het gaat op tijd
-Klaar? Ga je naar de "De Sleutelkamer" voor het bureau van je docent en kijk je antwoorden na 
-Het tweetal die als eerste alle bijwoordelijke bepalingen heeft opgeschreven, nagekeken en goedgekeurd door de docent wint!
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kaartjeswerkvorm
  • Je krijgt 5 kaartjes 
  • Schrijf op ieder kaartje op de voorkant een zin
  • Schrijf op ieder kaartje op de achterkant de bijwoordelijke bepaling(en) van de zin

Klaar? Oefen met de bijwoordelijke bepaling via de vorige slide, om je voor te bereiden op de spelvorm.




Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kaartjeswerkvorm
  • Je gaat nu staan en gaat medeleerlingen om een zin vragen, waar jij de bijwoordelijke bepaling(en) van moet benoemen
  • Heb je het goeie antwoord gegeven? Dan krijg je het kaartje
  • Heb je niet het goeie antwoord gegeven? Dan krijg je niet het kaartje

Degene met de meeste kaartjes wint!



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen deze les

Aan het eind van de les kun je de bijwoordelijke bepaling herkennen in een zin

Aan het eind van de les kun je zelf zinnen maken bij de bijwoordelijke bepaling

Volgende les
Laptop mee

Afsluiting

Zijn er nog vragen?


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies