1 vmbo-kgt: thema 2 Planten: herhaling

thema 2 Planten
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

thema 2 Planten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

2.1 planten verzorgen
Planten zijn belangrijk voor mensen:
- voedsel (groente, fruit, granen)
- zuurstof

Sommige mensen vinden planten mooi en zetten ze in huis, op het balkon of in de tuin.

Slide 3 - Tekstslide

2.1 Planten verzorgen
Het is belangrijk dat je weet hoe je een plant het beste kan verzorgen.
Elke plantensoort heeft een andere verzorging nodig.
Om er achter te komen hoe je een plant moet verzorgen kijk je:
- in een plantengids
- op het plantenlabel

Slide 4 - Tekstslide

voorbeeld van een plantenlabel

Slide 5 - Tekstslide

2.1 Planten verzorgen
Planten hebben verzorging nodig:
- je moet ze voldoende water en voedsel geven
- je moet ervoor zorgen dat ze niet te warm of te koud staan
- je moet ervoor zorgen dat ze voldoende zonlicht krijgen

Slide 6 - Tekstslide

2.1 Planten
Van sommige planten kan je nieuwe plantjes kweken. Dit noem je vermeerderen.
Je kan dat op verschillende manieren doen:
- stekken
- bladstekken
- scheuren

Slide 7 - Tekstslide

2.2 De levenscyclus van een plant

Slide 8 - Tekstslide

nieuw: 2.2 De levenscyclus van een plant
Een plant begint met een zaadje. Uit dit zaadje groeit weer een nieuwe plant.

De ontwikkeling van een zaadje naar een volwassen plant (met vruchten) noem je de levenscyclus van een plant.
Het einde van een cyclus is een begin van een nieuwe cyclus.


Slide 9 - Tekstslide

2.2 Levenscyclus van een plant
De levenscyclus van een plant heeft 3 fasen:
- de kieming
- de kiemplant
- de volwassen plant

Slide 10 - Tekstslide

2.2 Levenscyclus van een plant
Uit het kiemplantje groeit een volwassen plant.
Die gaat ooit dood, maar uit het zaad van deze plant groeien weer nieuwe plantjes.

Deze levenscyclus stopt dus niet, maar gaat altijd door.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

2.3 Wortels

Slide 13 - Tekstslide

2.3 Wortels
De wortels van een plant noem je samen het wortelstelsel.
De meeste planten hebben een hoofdwortel met een zijwortel.

Aan het uiteinde van de zijwortels zitten wortelharen.
Wortelharen zijn heel dun en kunnen gemakkelijk beschadigen.
Via de wortelharen neemt een plant water met voedingsstoffen op.



Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

2.3 Wortels
De wortels van planten hebben verschillende functies:
- opnemen van water en voedingsstoffen via de wortelharen
- zorgen voor stevigheid
- opslaan van reservestoffen

Slide 16 - Tekstslide

2.3 Wortels
In de wortels worden reservestoffen opgeslagen.

In de winter sterft de plant boven de grond af. De wortels met de reservestoffen blijven dan wel leven.
In het voorjaar groeit weer een nieuwe plant uit de wortels.
Om te groeien gebruikt deze plant de reservestoffen uit de wortels.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

2.4 Stengels

Slide 19 - Tekstslide

2.4 Stengels
Functies van stengels:
- transport van water en voedingstoffen vanuit de wortels naar de bladeren en bloemen.
- stevigheid


Slide 20 - Tekstslide

2.4 Stengels
Functie 1: transport van water en voedingsstoffen

Dit transport gaat via de vaten. Bij sommige planten liggen deze vaten in groepjes bij elkaar: vaatbundels.

Slide 21 - Tekstslide

2.4 Stengels
Functie 2: Stevigheid

Bij veel planten geeft de stengel stevigheid, zodat de plant rechtop blijft staan.
Bij bomen en planten heten de stengels takken en stammen. Deze zijn heel stevig.

Slide 22 - Tekstslide

2.4 Stengels
Als je kijkt naar de stengels, zijn er verschillende soorten planten:
- houtachtige planten (bomen, struiken): stengels bevatten veel hout
- kruidachtige planten: stengels bevatten bijna geen hout. Als je deze planten geen water geeft, gaan de stengels slap hangen

Slide 23 - Tekstslide

2.5 Bladeren

Slide 24 - Tekstslide

bouw van een blad
- bladsteel en bladschijf
- in de bladschijf liggen de vaten vooral in de nerven
- hoofdnerf en zijnerven
- bladmoes tussen de nerven


Slide 25 - Tekstslide

bouw van een blad
- wanneer het blad is weggerot, blijft alleen het bladskelet over.

Het bladmoes is dan verdwenen.

Slide 26 - Tekstslide

2.5 Bladeren
Functies van bladeren:
De bladeren van een plant kunnen zelf voedsel maken. Dit doen ze door fotosynthese.

Voor de fotosynthese hebben de bladeren water en licht nodig.
Bij de fotosynthese maakt de plant zuurstof en voedingsstoffen.

Slide 27 - Tekstslide

2.6 Werken met een microscoop

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

2.6 Werken met een microscoop
Hoe bereken je de vergroting?

totale vergroting = vergroting oculair x vergroting objectief

(bv 10 x 4 = 40)

Slide 30 - Tekstslide

2.7 Kijken naar cellen

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

2.8 Kijken naar cellen
LET OP!!
Cellen van dieren hebben geen bladgroenkorrels en geen celwand!!!

Slide 34 - Tekstslide

Plantaardige en dierlijke cel
bladgroenkorrel

Slide 35 - Tekstslide

kahoot!!

Slide 36 - Tekstslide