4 VWO Thema 1.1 wat kun je met biologie

Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 1:
Wat kun je met biologie?



Uitleg - Opdracht - Quiz - Afsluiting 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 1:
Wat kun je met biologie?



Uitleg - Opdracht - Quiz - Afsluiting 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen BS1

Slide 2 - Tekstslide

TH1-BS1 begrippen:
organismen
stofwisseling
soort
levenscyclus
levensloop
DNA
organellen
weefsel 
orgaan
orgaanstelsel
populatie


levensgemeenschap
ecosysteem
systeem aarde
emergente eigenschap
Lees de begrippen. Welk begrip(pen) vind je nog lastig? 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is biologie?

Slide 4 - Woordweb

Basisstof 1: Wat kun je met biologie?
  • Biologie is de leer van het leven (een natuurwetenschap)
  • Bij biologie bestudeer je organismen
  • Organismen kunnen levend of dood zijn

Slide 5 - Tekstslide

Levensverschijnselen
Organismen worden als levend beschouwd als ze levensverschijnselen vertonen.

welke levensverschijnselen ken je? 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Organismen
Organismen doen aan stofwisseling 
  • Ademhalen, uitscheiden en voeden horen bij stofwisseling
  • Stofwisseling = alle chemische reacties in een organisme
  • Enzymen spelen een belangrijke rol bij stofwisseling. Zij katalyseren de reacties

Slide 8 - Tekstslide

Levensloop en levenscyclus
  • Een individu heeft een levensloop.
  • Deze begint met het leven en eindigt met de dood
  • Een soort heeft een levenscyclus.
  • Deze stopt pas als de soort uitsterft

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

wanneer hebben we het over dezelfde soort? 

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer behoren 2 individuen tot dezelfde soort?
A
Als ze nakomelingen kunnen krijgen
B
Als ze vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
C
Als ze heel erg op elkaar lijken
D
Als ze evenveel chromosomen hebben

Slide 12 - Quizvraag

wanneer hebben we het over dezelfde soort? 

als twee individuen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Organisatieniveaus
Molecuul (bouwsteen van stoffen)
organel (structuur in cel)
Cel (bouwsteen van organisme)
Weefsel (cellen met dezelfde vorm en functie)
Orgaan (deel van organisme met specifieke functie)
Orgaanstelsel (organen die samenwerken aan één taak)
Organisme (levend wezen)
Populatie (groep individuen van dezelfde soort)
Levensgemeenschap (verschillende populaties in een bepaald gebied)
Ecosysteem (levensgemeenschap met alle levenloze natuur in een gebied)
systeem aarde (alle ecosystemen op aarde)

Slide 16 - Tekstslide

Emergente eigenschappen
  • als organisatieniveaus gaan samenwerken: (1+1 = 3)

  • Een emergente eigenschap is een eigenschap die wel op een hoger organisatieniveau werkt, maar niet op een lager organisatieniveau.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat stelt het
plaatje voor?
A
Levensloop
B
Levenscyclus

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde?
A
biosfeer - organisme - populatie - ecosysteem
B
ecosysteem - biosfeer - organisme - populatie
C
populatie - organisme - biosfeer - ecosysteem
D
organisme - populatie - ecosysteem - biosfeer

Slide 20 - Quizvraag

Hoe noem je nieuwe eigenschappen die op elk hoger organisatieniveau verschijnen.
A
Verschijnende eigenschappen
B
Organische eigenschappen
C
Emergente eigenschappen
D
Convergente eigenschappen

Slide 21 - Quizvraag

Tot welk orgaanstelsel hoort de alvleesklier?
A
Verteringsstelsel
B
Beenderstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Uitscheidingsstelsel

Slide 22 - Quizvraag

huiswerk
maak opdrachten van BS1 af
lees BS2

Slide 23 - Tekstslide