H8 - KUA - P4 - Stijlen en stromingen

Stijlen en stromingen hoofdstuk 8
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
KUAMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Stijlen en stromingen hoofdstuk 8

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Graham Dans
Expressionistisch

Ontstaan nieuwe danstaal;
Aan het begin wordt vooral gebroken met academische regels en ontstaan veelal individuele dansstijlen. Wat later wordt er nieuwe danstaal ontwikkeld waaruit een nieuwe school voortkomt; een dansstijl die kan worden overgenomen door anderen. Bijvoorbeeld Martha Graham en haar Graham-dans. Met haar techniek wordt nog steeds gewerkt op dansopleidingen. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ausdrucktanz Mary Wigman
Wigman is een van de grondleggers van de zogenaamde Ausdrucktanz. ( Expressionisme)
Met deze dans wordt uiting gegeven aan gevoelens en innerlijke conflicten.  Emoties zoals woede, angst en verdriet bepalen de bewegingen. Ook hier worden dus alle geldende balletregels overboord gegooid. 
Haar Hexentanz uit het kwaad in de mens.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

isenstein werkte in opdracht van de Sovjet-regering om de revolutie te verheerlijken. Met zijn attractiemontage probeerde hij in ieder afzonderlijk beeld (of combinatie van beelden) in een notendop zijn bedoeling te laten zien, namelijk machtshebbers tegen machtelozen, kerk/staat tegen onderdanen, kapitaal tegen arbeid. Zijn techniek is gebaseerd op de totaalindruk en de associaties ('attracties') van de kijker. Eisenstein probeert je te sturen, zodat je sympathie uitgaat naar de arbeiders. Arbeiders worden realistisch uitgebeeld, bazen als kwaadaardige onpersoonlijke karikaturen.
'Trucs' die Eisenstein in zijn montage toepaste zie je bijvoorbeeld in Pantserkruiser Potemkin.
- vergelijking: de massa wordt vermoord door de soldaten; deze beelden worden afgewisseld met beelden van het slachten van een rund.
- tijd rekken: de trappenscène wordt door veel herhalingen langer dan in werkelijkheid zou kunnen (de trage reactie van de moeder).
- suggestieve cameravoering: de symmetrische trappen, uniformen en de soldaten die niet met hun hoofd in beeld komen suggereren koele meedogenloosheid, terwijl de massa wel met angstige gezichten in beeld komt.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Episch theater
Om extra te benadrukken dat het maar toneel is, maakt Brecht zoveel mogelijk gebruik van vervreemdingsaspecten
VoorbeeldenHij laat de acteurs zich rechtstreeks tot het publiek richten, soms is er een ceremoniemeester die een inleiding geeft op het stuk, decorwisselingen zijn zichtbaar voor het publiek en er wordt gebruik gemaakt van gekke maskers en grime.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Focus
  • Nogmaals: focus bij het leren niet op de details, maar op de grote lijnen. ​
  • Dus niet het hele boekje uit je hoofd leren, met jaartallen!​
  • Maar snappen en linken kunnen leggen!​

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies