In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
3.6 De rivieren kloppen op de achterdeur
Ga lekker zitten en pak alvast je spullen voor je (etui, schrift en boek op bladzijde 152-153)
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Herhalen vorige les
Leerdoelen
Uitleg
Werktijd (huiswerk)
Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
In Nederland hebben we polders. Wat is géén poldersoort.
A
Droogmakerij
B
Veenpolder
C
Zandpolder
D
Zeepolder
Slide 3 - Quizvraag
Dit is ... een voorbeeld van bescherming.
A
Wel
B
Niet
Slide 4 - Quizvraag
Een ander genoemde vorm van bescherming is ...
A
dynamisch zeebeheer
B
dynamisch kustbeheer
Slide 5 - Quizvraag
Waar hebben we naar gekeken dit hoofdstuk?
Paragraaf 1: Water in de kringloop en soorten water.
Paragraaf 2: Water in balans en duurzaam waterbeheer.
Paragraaf 3: Soms te veel - overstromingen.
Paragraaf 4: Vaak te weinig - waterschaarste.
Paragraaf 5: Gevaren in NL vanuit de zee - polders.
Paragraaf 6: Gevaren in NL vanuit rivieren.
Slide 6 - Tekstslide
Wat weet je al over rivieren?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Leerdoelen
Je weet dat in Nederland veel rivieren door de mens ingedijkt zijn en je kent de gevolgen hiervan.
Je begrijpt waarom we rivieren meer ruimte moeten (terug)geven en waarom preventie van grotere piekafvoeren beter is dan rampenbestrijding.
Je kunt in het landschap en op kaarten maatregelen herkennen om de waterbalans in evenwicht te houden.
Slide 9 - Tekstslide
Rivierengebied
Stroomgebied van de Rijn ⮕
Water: hoog > laag
Veel neerslag in Europa
gaat via Nederland naar
de zee. Dus Nederland
krijgt veel water, maar is
ook dichtbevolkt.
Slide 10 - Tekstslide
Rivierengebied
Veel voorkomend probleem is = veel bebouwing aan de rivier.
Bebouwing houdt het water tegen/in bedwang (flessenhals)
Oplossing: ruimte creëren voor
het water (hier het Reevediep).
Slide 11 - Tekstslide
Hogere dijken is niet genoeg
Twee soorten gebieden:
1. Buitendijks land = gebied langs de rivier of zee dat niet beschermt wordt door dijken.
2. Binnendijks land = gebied langs de rivier of zee dat beschermt wordt door dijken.
1
2
Slide 12 - Tekstslide
Hogere dijken is niet genoeg
Er vormt slib (modderige grond) in een rivier.
Sedimentatie (hoofdstuk 1) zorgt voor zand op de bodem.
Dit zand hoopt op als water langzaam stroomt/stil staat.
De rivier wordt hierdoor ondieper (laagje op laagje).
Slide 13 - Tekstslide
Hogere dijken is niet genoeg
Probleem in Nederland: Bodem daalt en zeespiegel stijgt.
Gevolg: Waterdruk op de dijken.
Gevolg: Rivieren moeten meer ruimte krijgen
en wij moeten meeveren ipv vechten.
Wat kan Nederland doen?
Slide 14 - Tekstslide
3 Maatregelen
1. Vasthouden
Rivierbedverbreding en -verlaging ⮕ de bodem van de rivier (vaargeul) breder en dieper maken.
Uiterwaardverlaging ⮕ gebied
tussen de rivierbedding en winterdijk
dieper maken.
Slide 15 - Tekstslide
Maatregelen
2. Bergen
Water tijdelijk opslaan, kun je later weer gebruiken.
Hiervoor worden retentiegebieden gebruikt = gebied waar bij hoogwater tijdelijk water wordt opgeslagen om de rivierwaterstand stroomafwaarts te verlagen.
Slide 16 - Tekstslide
Maatregelen
3. Lozen/afvoeren
Water wordt afgevoerd (als er geen andere optie is).
Er worden obstakels uit de uiterwaarden verwijderd om dit sneller te laten verlopen. Bomen en huizen bijvoorbeeld.
Slide 17 - Tekstslide
Meervoudig ruimtegebruik
Vooraf maatregelen nemen is beter dan
noodgedwongen moeten beschermen.
Wat kan Nederland (beter) doen? Veel ruimte is al in gebruik.