P4. De revolutie begint 2021





Franse Revolutie
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les





Franse Revolutie

Slide 1 - Tekstslide

§
4 De revolutie begint

Slide 2 - Tekstslide

Welk tijdvak hoort bij dit hoofdstuk?
A
Tijd van ontdekkers en hervormers
B
Tijd van regenten en vorsten
C
Tijd van pruiken en revoluties
D
Vroeg-moderne tijd

Slide 3 - Quizvraag

Voor de Franse Revolutie
Tijdens/na de Franse Revolutie
Monarchie
Grondwet
Standen
Gelijkheid

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is volgens jou de beste omschrijving van de Verlichting?
A
Er ging bij mensen een lichtje branden
B
Mensen begonnen weer zelf na te denken
C
Het is een stroming van natuurkundigen
D
Mensen kwamen in opstand tegen de koning

Slide 5 - Quizvraag

Het volgende begrip past het best bij de Verlichting...
A
verstand
B
Renaissance
C
Eise Eisinga
D
natuurkunde

Slide 6 - Quizvraag

Verlichting is een gevolg van
...
A
wetenschappelijke revolutie
B
feodalisme
C
de Reformatie
D
plantagekoloniën

Slide 7 - Quizvraag

Bij Verlichting past het volgende begrip...
A
oorlog
B
gelijkheid
C
absolutisme
D
socialisme

Slide 8 - Quizvraag

Laatste vraag......wat was het doel van de scheiding der machten?
A
Het invoeren van een democratie
B
De publieke opinie beinvloeden
C
De koning beschermen
D
machtsmisbruik door het bestuur voorkomen

Slide 9 - Quizvraag

1789: Franse Revolutie
Waarvoor streed men?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Bij welke stand horen de edelen
A
Stand 1
B
Stand 2
C
Stand 3
D
Geen een stand

Slide 13 - Quizvraag

Bij welke stand horen de geestelijken (mensen van de kerk)?
A
Stand 1
B
Stand 2
C
Stand 3
D
Geen een stand

Slide 14 - Quizvraag

Welke twee soorten mensen horen bij stand 3?
A
Bourgeoisie (rijke mensen in de stad)
B
Hertogen
C
Monniken
D
Boeren

Slide 15 - Quizvraag

4 mei 1789
  • Koning van Frankrijk roept de Staten-Generaal bij elkaar. 
  • In de Staten-Generaal: 300 man uit de 1e stand, 300 uit de 2e stand en 600 uit de 3e stand. 
  • Deze 3 standen kregen 1 stem per groep. 
  • Elke stand moest stemmen over het voorstel van de koning: belastingverhoging. 

Slide 16 - Tekstslide

Wie stemden vóór belastingverhoging?
A
1e stand
B
2e stand
C
3e stand
D
Niemand

Slide 17 - Quizvraag

2 tegen 1
  • 1e en 2e stand vonden de belastingverhoging prima
  • want dat hoefden zij toch niet te betalen. 
  • De derde stand was tegen, maar de koning zei: "Helaas, het zijn 2 stemmen voor en maar 1 tegen. De belastingverhoging gaat door". 
  • 3e stand had een ander voorstel: hoofdelijk stemmen. 

Slide 18 - Tekstslide

Wat is hoofdelijk stemmen?
A
Iedereen in de Staten-Generaal mocht stemmen
B
Alle burgers mochten stemmen
C
Alleen het hoofd van het gezin mag stemmen

Slide 19 - Quizvraag

En nu?
  • De koning weigerde. 
  • 3e stand ging woedend weg. 

Slide 20 - Tekstslide

  • 17 juni 1789: de derde stand richt de Nationale Vergadering op. De koning sloot deze locatie echter!

Slide 21 - Tekstslide

  • Handtekeningen onder de 'eed op de kaatsbaan' (20-7-1789)
  • Op 20 juli 1789 beloven ze aan elkaar niet eerder uit elkaar te gaan voor er een grondwet is.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

  • 14 juli 1789: bestorming van de Bastille (gevangenis)

Slide 24 - Tekstslide

Revolutie!
Met de bestorming van de Bastille begint de Franse Revolutie. Het is de meest belangrijke jaartal in dit hoofdstuk. Het blijft onrustig in Frankrijk, maar ondertussen is de Nationale vergadering bezig met verbeteringen.

Slide 25 - Tekstslide

  • 26 aug 1789: Verklaring van de rechten van de mens (einde rechten 1e en 2e stand )
  • 3 september 1791: grondwet getekend. Koning heeft geen absolute macht meer.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

De Terreur 1793-1794
Omdat het onrustig blijft in Frankrijk kiezen de burgers iemand die verbetering beloofd: Robespierre. Robespierre komt samen met zijn volgelingen (jakobijnen) aan de macht. Zolang je doet wat hij wilt, is er niks aan de hand. Doe je dat niet, dan kom je onder de guillotine. Hij houdt de mensen onder de duim door middel van angst, vandaar dat deze tijd De Terreur heet. 

Slide 28 - Tekstslide

Guillotine
  • Franse Revolutie

Slide 29 - Tekstslide

Wanneer vond de Nationale Vergadering plaats?
A
4 mei 1789
B
17 juni 1789
C
20 juni 1789
D
14 juli 1789

Slide 30 - Quizvraag

Wat gebeurde er op 20 juni 1789?
A
De Staten-Generaal kwam bijeen
B
De Nationale Vergadering werd opgericht
C
De eed op de kaatsbaan
D
De bestorming van de Bastille

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de Bastille?
A
Een gevangenis
B
Een paleis
C
Een persoon
D
Een snoepje

Slide 32 - Quizvraag

De grondwet kwam voordat de Verklaring van de rechten van de mens kwam.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Denk aan:
Jaartallen voor je tijdbalk. 
Huiswerk is paragraaf 4 (hoofdstuk 3) via memo, opdrachten: 2t/m7, 10 en 11

Slide 34 - Tekstslide