Klas 1 - La mode 1HV

Welke kledingstukken ken je al in het Frans?
1 / 18
volgende
Slide 1: Woordweb
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welke kledingstukken ken je al in het Frans?

Slide 1 - Woordweb

La jupe
Le blouson
Le jeans
Les baskets
Les chaussettes
La robe
Le sweat
Les bottes
La chemise
Le short
La casquette
Les talons

Slide 2 - Sleepvraag

Qu'est qu'elle porte?
A
Elle porte un pull.
B
Elle porte un jeans.
C
Elle porte des baskets.
D
Elle porte un blouson.

Slide 3 - Quizvraag

Qu'est-ce qu'il porte?
A
Il porte une chemise.
B
Il porte un pull.
C
Il porte un t-shirt bleu.
D
Il porte un blouson noir.

Slide 4 - Quizvraag

Qu'est-ce qu'il porte?
A
Il porte des baskets noirs.
B
Il porte des chaussettes noires.
C
Il porte des baskets bleus.
D
Il porte des chaussettes bleues.

Slide 5 - Quizvraag

Qu'est-ce que Josephine porte? Répondez en français!

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Il porte un pull noire.
B
Il porte un pull noir.
C
Il porte un pull noirs.
D
Il porte un pull noires.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Elle porte une robe bleue.
B
Elle porte une robe bleus.
C
Elle porte une robe bleu.
D
Elle porte une robe bleues.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is hier de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Elle porte les chaussures verts.
B
Elle porte les chaussures vert.
C
Elle porte les chaussures verte.
D
Elle porte les chaussures vertes.

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Wat is de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord?
A
Il aime ses baskets.
B
Il aime sa baskets.
C
Il aime son basket .

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord?
A
Je suis contente avec ma blouson.
B
Je suis contente avec mon blouson.
C
Je suis contente avec mes blouson.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord?
A
Son jeans est bleu.
B
Ses jeans est bleu.
C
Sa jeans est bleu.

Slide 14 - Quizvraag

de plek       ne...... pas
ONDERWERP                         WERKWOORD                         REST VD ZIN
Je                                               ne suis pas                                  une fille
Je                                               n'aime pas                                   de robe

Slide 15 - Tekstslide

Maak de volgende zin ontkennend:
'J'aime le sport'

Slide 16 - Open vraag

Maak de volgende zin ontkennend:
'Elle porte une jupe bleue?'
Non...

Slide 17 - Open vraag

Pourquoi? Waarom? 
Taak défilé de mode 
Je gaat schrijven en vertellen over jouw idool en zijn/haar kledingstijl.
Ga naar je weektaak in SOM.
Klaar met de opdrachten in e-pack? Begin alvast! Volgende week lever je het in.

Slide 18 - Tekstslide