In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Bouwsteen 5 Samenhang
TEKSTVERBANDEN
&
SIGNAALWOORDEN
Slide 1 - Tekstslide
- Nut van signaalwoorden
- Signaalwoorden herkennen en gebruiken
- Verbanden herkennen
Slide 2 - Tekstslide
Even vooraf: welke signaalwoorden ken jij?
Slide 3 - Woordweb
Hondenweer
Maar het regende pijpenstelen.
Uiteindelijk kwam ik druipend thuis en bleek dat mijn huissleutel nog binnen lag.
Kortom, het was een echte pechmiddag!
Ondanks mijn paraplu werd ik toch helemaal nat.
Gistermiddag wilde ik mijn hond gaan uitlaten.
Vandaar dat ik mijn paraplu pakte voordat ik mijn huis verliet.
Noteer de juiste volgorde.
Slide 4 - Tekstslide
Noteer de juiste volgorde:
Slide 5 - Open vraag
Maak de opdrachten bij Lezen Blok 2 les 3
lever alles in één bestand in bij Opdrachten in Teams
Hondenweer
Gistermiddag wilde ik mijn hond gaan uitlaten, maar het regende pijpenstelen. Vandaardat ik mijn paraplu pakte, voordat ik mijn huis verliet. Ondanks mijn paraplu werd ik toch helemaal nat. Uiteindelijk kwam ik druipend thuis en bleek dat mijn huissleutel nog binnen lag. Kortom, het was een echte pechmiddag.
Juiste volgorde: 5-1-6-4-2-3
Slide 6 - Tekstslide
Tekstverbanden?
Zorgen ervoor dat woorden, zinnen en alinea's met elkaar samenhangen.
Slide 7 - Tekstslide
Soorten tekstverbanden
Opsomming
Tegenstelling
Tijd
Oorzaak - gevolg
Toelichting of voorbeeld
Voorwaarde
Vergelijking
Reden of argument
Doel - middel
Samenvatting
Conclusie
Slide 8 - Tekstslide
Wat is een signaalwoord?
Aan een signaalwoord zie je met
welk tekstverband je te maken hebt.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Voordat ik mijn ontbijt eet, poets ik mijn tanden. Welk tekstverband herken je?
A
Oorzaak - gevolg
B
Tijd
C
Tegenstelling
D
Conclusie
Slide 11 - Quizvraag
Ik houd van zwemmen en lezen. Ook ben ik gek op tekenen. Welk tekstverband herken je?
A
Voorwaarde
B
Toelichting
C
Mening - argument
D
Opsomming
Slide 12 - Quizvraag
'Europapa' is een aanstekelijk nummer, waardoor iedereen het nu in zijn hoofd heeft. Welk tekstverband herken je?
A
Toelichting of voorbeeld
B
Vergelijking
C
Oorzaak - gevolg
D
Conclusie
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Ik weet hoe je met signaalwoorden verbanden legt in een tekst.