,

DEF@ctO | VO2 | les 19 | deel 1 | luisteren

les 19 deel 1
VO 2
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsLuisteren+1Middelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Introductie

Doel: ik kan informatie uit een luisterfragment halen en hierover praten. Ik kan adviezen geven. Ik ken de betekenis van uitdrukkingen met 'mond' en 'gezicht'.

Instructies

De lesstof van les 19 & 20 zijn onder andere gebaseerd op les 10 van Vlot Nederlands
Thema: alternatieve energie (spaarlampen, bezuinigen, milieu, apparaten, Warmetruiendag)

Deze les start met een gezamenlijk woordweb over ‘energie’.
Daarna vertellen de leerlingen om de beurt over hoe ze hun huis verwarmen en thuis koken: welke energiebronnen gebruiken ze en waarom?
De anderen mogen vragen stellen.

Daarna luisteren ze naar een dialoog met Ola en Anouk. Ola komt thuis met een tas vol lampen. Haar huisgenote Anouk is al thuis.
Ze luisteren één keer, daarna nog een keer en maken aantekeningen. Vervolgens beantwoorden ze de luistervragen en de leesvragen. De leesvragen worden mondeling beantwoord.

Er worden 3 uitdrukkingen met ‘de mond’ aangeleerd en in NUMO kan je uitdrukkingen met ‘gezicht’ laten oefenen:

Uitdrukkingen 1F-2F I gezicht
1 Gezicht (8 min.)
2 Gezicht in beeld (6 min.)
3 Werkwoord koppelen 9 (3 min.)
4 Woorden plaatsen 9 (5 min.)
5 Betekenis koppelen 9 (3 min.)
6 Betekenis kiezen 9 (3 min.)
7 Situaties 9 (10 min.)

Leerlingen leren hoe ze tips kunnen geven. Ze kijken naar een video waarin Samantha uitlegt hoe je je kamer op kan ruimen.
[Samantha van der Leest: https://youtu.be/DfmgskvD_zs ]

Daarna lezen ze een tekst: Tips om energie te besparen. [bron: ‘Vlot Nederlands’ van Fros van der Maden (Edutekst 2018/2019), p. 132]

Ze brainstormen samen over huishoudelijke apparaten (die gebruiken allemaal energie).

Ze denken na over het begrip ‘maatregel’ en beantwoorden een aantal vragen over de tekst.

Het laatste deel van deze les gaat over ‘formuleren’. De leerlingen leren hoe ze adviserende zinnen kunnen formuleren [bron: ‘Vlot Nederlands’ van Fros van der Maden (Edutekst 2018/2019), p. 129]
De les wordt afgesloten met een herhaling van een mondelinge oefening: Wat zeg je in deze situaties?

Instructies

Onderdelen in deze les

les 19 deel 1
VO 2

Slide 1 - Tekstslide

Bezoek onze website:
Les 19 deel 1
 luisteren
Doel: ik kan informatie uit een luisterfragment halen en hierover praten.
Ik kan adviezen geven.
Ik ken de betekenis van uitdrukkingen met 'mond' en 'gezicht'.

Slide 2 - Tekstslide

Bespreek de doelen van deze les.
Waar denk je aan bij: energie?
kunst

Slide 3 - Woordweb

Voorkennis activeren: 
De leerlingen schrijven woorden op waaraan ze denken bij 'energie'.

Bron afbeelding.
Deze les gaat over 'alternatieve energie'.

Welke energiebronnen gebruiken jullie thuis om te koken en jullie huis te verwarmen?
vertel .............

Slide 4 - Tekstslide

De leerlingen vertellen kort over de energie die ze thuis gebruiken.
Waarom is het belangrijk dat we meer duurzame energie gaan gebruiken?
Bron: https://youtu.be/Z_OVinEfLso; Kraanwaterkennis.nl

Slide 5 - Tekstslide

Kijk samen naar de video over duurzame energie van Kraanwaterkennis.nl
Je luistert één keer naar het luisterfragment.
Daarna lees je de luistervragen.
Dan luister je nog een keer naar het fragment en maak je aantekeningen terwijl je luistert.
Vervolgens beantwoord je de luistervragen.
Luisteren ...... wat gaan we doen?

Slide 6 - Tekstslide

uitleg hoe we in stappen het audiofragment gaan aanpakken.

Je kan de luistervragen mondeling in de klas laten beantwoorden. 
Je kan ze ook op de volgende dia's laten beantwoorden. 

Luister één keer naar de dialoog.
In deze dialoog hoor je Ola en Anouk.
Ola komt thuis met een tas vol lampen.
Haar huisgenote Anouk is al thuis.

Slide 7 - Tekstslide

Luisteren zonder aantekeningen te maken. De volgende dia laat het luisterfragment nogmaals horen. Dan pas worden aantekeningen gemaakt.
Luistervragen
  
1 Waarom is Anouk vroeger naar huis gegaan dan normaal?
2 Hoe warm is het precies in het huis van Anouk en Ola?
3 Wat heeft Ola gekocht?
4 Waarom heeft ze dit gekocht?
5 Wat vindt Anouk van de aankoop van Ola?
6 Wat is het verschil tussen spaarlampen en gloeilampen?
7 Wat vindt Anouk van de zuinigheid van Ola?
Lees nu de luistervragen hieronder. Maak een aantekeningenblaadje klaar.
Vervolgens luister je nog een keer naar het fragment en beantwoord je de vragen op de volgende dia's.

Slide 8 - Tekstslide

Luistervragen. De leerlingen luisteren nog een keer naar het fragment. Ze maken aantekeningen. Voorafgaand laat je ze een aantekeningenblaadje klaarmaken om gericht steekwoorden op te schrijven tijdens het luisteren. 
De vragen komen hierna op de volgende dia's.

Antwoorden:
1 omdat ze zich niet zo lekker voelde,
2 24 graden,
3 zes spaarlampen,
4 omdat de spaarlampen in de aanbieding waren,
5 De aankoop lijkt haar onnodig, want ze hebben nog genoeg lampen in huis.
6 Spaarlampen verbruiken minder energie.
7 Ze vindt Ola nogal inconsequent.


Waarom is Anouk vroeger naar huis gegaan dan normaal?

Slide 9 - Open vraag

Antwoord: omdat ze zich niet zo lekker voelde. 

Hoe warm is het precies in het huis van Anouk en Ola?

Slide 10 - Open vraag

Antwoord: 24 graden.

Wat heeft Ola gekocht?
A
een deken
B
zes spaarlampen
C
iets tegen de koorts
D
iets lekkers voor bij de koffie

Slide 11 - Quizvraag

Antwoord: B zes spaarlampen.

Waarom heeft ze dit gekocht?

Slide 12 - Open vraag

Antwoord: omdat de spaarlampen in de aanbieding waren.

Wat vindt Anouk van de aankoop van Ola?
A
Ze is blij met de aankoop, want ze waren in de aanbieding.
B
De aankoop lijkt haar onnodig, want ze gebruiken geen lampen in huis.
C
De aankoop lijkt haar onnodig, want ze hebben nog genoeg lampen in huis.
D
Anouk zegt hier niets over in het luisterfragment.

Slide 13 - Quizvraag

Antwoord: C De aankoop lijkt haar onnodig, want ze hebben nog genoeg lampen in huis.

Wat is het verschil tussen spaarlampen en gloeilampen?

Slide 14 - Open vraag

Antwoord: spaarlampen verbruiken minder energie. 

Wat vindt Anouk van de zuinigheid van Ola?
A
Ze is blij dat Ola zo zuinig is.
B
Ze vindt Ola niet zuinig.
C
Ze zegt hier niets over in het luisterfragment.
D
Ze vindt Ola nogal inconsequent.

Slide 15 - Quizvraag

Antwoord: D Ze vindt Ola nogal inconsequent.
1 De titel van de dialoog is Zuinig. Wat het verschil tussen zuinig en gierig? Bedenk een voorbeeld van allebei.
2 Hoe voel je je als je griep hebt? Wat zijn de symptomen?
3 Waarvoor gebruik je een thermostaat?
4 Ola zegt dat spaarlampen duurzamer zijn dan gloeilampen. Wat is duurzaam?
5 'Geweldig dat je plotseling zo zuinig bent'. Welk synoniem van plotseling staat in de volgende zin?
6 Waarom is Ola 'plotseling zo zuinig'?
7 Hoe vaak vlieg jij zelf?
8 Op welke manier verwarm jij je huis? Hoe warm is het meestal in jouw woonkamer?
9 Gebruik jij spaarlampen, gloeilampen of beide?
10 Welke manieren ken je om energie te besparen?
Kan je nu ook de vragen hieronder beantwoorden?
Je mag de tekst gebruiken.  

Slide 16 - Tekstslide

Eerst ieder voor zich - daarna klassikaal met beurtstokjes'

Leesvragen
1 zuinigheid = weinig verbruiken, spaarzaam zijn ,
gierigheid = overdreven zuinigheid, geen of zo weinig mogelijk geld willen (uit)geven Voorbeelden: iemand die zuinig is, laat het licht niet branden als hij/zij een kamer verlaat. Iemand die gierig is zal nooit een rondje geven in een café, maar drinkt op andermans kosten.
2 Bij griep heb je bijvoorbeeld een verhoging van temperatuur, koorts, koude rillingen, zware hoofdpijn, spierpijn, neusverkoudheid, droge hoest en verminderde eetlust.
3 Een thermostaat gebruik je om de temperatuur in een kamer of gebouw te regelen.
4 duurzaamheid = zorgen dat dingen niet opraken of uitgeput raken, zodat er voor volgende generaties ook nog genoeg is,
5 ineens,
6 Ze wil geld sparen voor een reis door Australië en Nieuw-Zeeland.


Uitdrukkingen .................... mond
een grote mond hebben
Die kinderen zijn niet goed opgevoed. Ze zijn erg brutaal.

je mond houden
Jij weet er niets van. Je moet je mond houden!

met de mond vol tanden staan
Ik ben heel erg verrast. Ik weet niet wat ik moet zeggen.
Ik sta met de mond vol tanden.


Slide 17 - Tekstslide

Leer de uitdrukkingen met 'mond'.
Ken jij de uitdrukkingen nog? 

Slide 18 - Tekstslide

Herhalingsoefening uitdrukkingen
Bron pagina 137 boek.
Wordwall:

Hoeveel uitdrukkingen had je gevonden?
09

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Maak de weektaak - uitdrukkingen over 'gezicht'

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips zijn adviezen die je geeft of krijgt om iets op een goede manier te doen.

Slide 21 - Tekstslide

In de luistertekst hoorden we tips hoe je energie kan besparen met spaarlampen. Hieronder lees je nog meer tips om energie te besparen.

Slide 22 - Tekstslide

Lees samen de tekst.

Bron afbeelding:

Bron: ‘Vlot Nederlands’ van Fros van der Maden (Edutekst 2018/2019). p. 132.
Welke elektrische huishoudelijke apparaten gebruik jij wel eens?

Slide 23 - Woordweb

De leerlingen denken na over huishoudelijke apparaten.
Bron afbeelding.

De tekst gaat over maatregelen om energie te besparen.
Wat is een maatregel? 

Slide 24 - Open vraag

Antwoord: maatregel - een regel die wordt ingesteld om iets te bereiken. Vaak mag je iets niet meer doen of moet je juist iets doen.

Laat de leerlingen voorbeelden geven. Denk aan de maatregelen die genomen werden tijdens de COVID-periode.

Bron afbeelding.


Wat staat er op een energielabel?

Slide 25 - Open vraag

Antwoord: hoe zuinig een apparaat met energie is vergeleken met andere apparaten.



Waarom kun je je fornuis beter niet dicht bij je koelkast neerzetten?

Slide 26 - Open vraag

Antwoord: hoe warmer het in de buurt van de koelkast is, des te meer energie heeft de koelkast nodig. 



Wat is ontdooien? Waarom moet je je vriezer regelmatig ontdooien?

Slide 27 - Open vraag

Antwoord: het ijs laten smelten.
Door de koelkast te ontdooien, zorg je dat hij minder energie verbruikt. 



Wat is een oplader?

Slide 28 - Open vraag

Antwoord: een apparaatje waarmee je de accu van bijvoorbeeld je mobiele telefoon of elektrische tandenborstel oplaadt

Formuleren: Advies geven


Slide 29 - Tekstslide

Lees samen de voorbeelden hoe je advies kan formuleren.


bron: ‘Vlot Nederlands’ van Fros van der Maden (Edutekst 2018/2019). p. 129.
Hieronder zie je een aantal uitspraken. Doe deze opdracht in tweetallen.
Hoe kan je advies geven? Gebruik de formuleringen uit het voorbeeld.

Slide 30 - Tekstslide

Samenwerken - mondeling - tweetallen.
Om de beurt geven ze elkaar advies.

bron: ‘Vlot Nederlands’ van Fros van der Maden (Edutekst 2018/2019). p. 129.
Wat zeg je in deze situaties?

Slide 31 - Tekstslide

Herhaling - mondeling

bron: ‘Vlot Nederlands’ van Fros van der Maden (Edutekst 2018/2019). p. 130.
Meer oefenen en herhalen?
Bestel hier 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot de volgende keer
bronnen:
naar: ‘Vlot Nederlands’ van Fros van der Maden (Edutekst 2018/2019)




Slide 33 - Tekstslide

Bezoek ook onze website: