H5 Thema 1 Stofwisseling B5 Dissimilatie + B6 Intensiteit van de stofwisseling

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Thema 1

Basisstof 5 

Dissimilatie

Leerdoel B5

- Je moet de aerobe en anaerobe dissimilatie van glucose kunnen beschrijven

- Je kunt de dissimilatie van eiwitten en vetten beschrijven

Dissimilatie van glucose

Aerobe dissimilatie (= verbranding)

met zuurstof

Anaerobe dissimilatie

zonder zuurstof

Aerobe dissimilatie 

Consumptie van plantendelen -->  zetmeel 

Vertering van zetmeel in verteringsstelsel --> glucose in de cellen 

In cytoplasma/mitochondriën --> verbranding glucose + O2 

(voldoende zuurstof aanwezig)

De opgeslagen ENERGIE komt vrij --> vorming 36 ATP-moleculen

ATP --> voor alle processen in de cel die energie kosten

Anaerobe dissimilatie 

In cytoplasma --> afbraak glucose

(NIET voldoende zuurstof aanwezig)

Weinig opgeslagen ENERGIE komt vrij --> vorming 2 ATP-moleculen

ATP --> voor processen in de cel

Melkzuurgisting

Productie van melkzuur --> weinig ENERGIE vrij

In spieren --> zorgt voor minder kracht, verzuring en spierpijn

In melkzuurbacteriën --> productie van yoghurt en zuurkool

Alcoholgisting

Productie van alcohol en CO2--> weinig ENERGIE vrij

        In gisten (= schimmel) -->

       productie van bier, wijn en brood

Verbranding van eiwitten, koolhydraten en vetten 

Waar haal jij je energie vandaan?

Maak de opdrachten 47 t/m 58

Klaar?

Neem de Context 'Fermenteren met smaak' door

en maak 

opdracht 59 + Olympiade opdracht 2

Check je leerdoelen met de Flitskaarten en Test Jezelf

Thema 1

Basisstof 6 

Intensiteit van de stofwisseling

Welke stoffen heb je nodig voor fotosynthese?

1. zuurstof
2. water
3. koolstofdioxide
4. glucose

Bij welke verbranding ontstaat er CO2?

1. Aerobe dissimilatie
2. Anaerobe dissimilatie door gist
3. Anaerobe dissimilatie door melkzuurbacterien
4. Aerobe dissimilatie van vet

Welke andere stof ontstaat er bij deze vorm van dissimilatie?

Welke voedingstoffen kun je naast glucose ook verbranden?

1. Vitaminen
2. Eiwitten
3. Mineralen
4. Vetten

Welke afvalstof ontstaat er bij de dissimilatie van eiwitten

Leerdoelen B6

• Je kunt de voorwaarden voor het fotosyntheseproces 

in planten benoemen

• Je kunt grafieken aflezen en interpreteren over de intensiteit van het fotosyntheseproces

Intensiteit-bepaling fotosynthese

• In licht: zuurstofafgifte of koolstofdioxide-opname maat voor assimilatie
• In donker: zuurstofopname of koolstofdioxide-afgifte maat voor dissimilatie

Beperkende factor bepalen: toename levert hogere intensiteit

Compensatiepunt bepalen: assimilatie=dissimilatie

Beperkende factor

• Intensiteit fotosynthese: snelheid waarmee glucose wordt gevormd en zuurstof vrijkomt
• Bepaald door factor die het minst gunstig  is: beperkende factor

overdag: fotosynthese + dissimilatie

's nachts: dissimilatie

Opdracht 63 in tweetallen

Grafiek

• P: alleen dissimilatie, want er is geen licht

Dissimilatie is constant gedurende dag en nacht, hier 200 ml zuurstof per uur opgenomen

• Q: compensatiepunt: 

assimilatie = dissimilatie

• R: Hoe groot is de assimilatie?

250 ml zuurstof/u afgegeven, maar 200ml zuurstof nodig voor dissimilatie dus

 200 ml + 250 ml = 450ml totaal O2 

Maak de opdrachten 60 t/m 64

Klaar? 

Neem de Context 'CO2 is beperkende factor voor concentratie' 

door en maak opdracht 65 t/m 67

Check je leerdoelen met de Flitskaarten en Test Jezelf

Lesafsluiter

Welk stofwisselingsproces vindt er in de nacht plaats in een plant?

1. koolstofassimilatie
2. dissimilatie
3. beide
4. geen

Hoe heet het moment waarop de assimilatie en dissimilatie gelijk zijn?

Hoe noem je de factor die de intensiteit van de fotosynthese bepaalt?

Welke van onderstaande factoren kunnen beperkend zijn voor de fotosynthese?

1. CO2
2. H2O
3. licht
4. temperatuur

Kun je nog een factor noemen?

Oefentoets

https:

Wat was je procentuele score?

Oefenexamenvragen

Oefen zoveel mogelijk examenvragen voor de toetsweek in week 41. Denk ook aan de herhaling van de thema's van Havo 4

https: