grammar: aanwijzende voornaamwoorden

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doel: dingen en mensen kunnen aanwijzen en niet alles hoeven herhalen



Inhoud les:
instruction this/that/these/those
instruction one/ones
do 15+16
ReadTheory

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Dat waren de aanwijzend voornaamwoorden in het Engels.

Nu door naar one en ones
Wanneer je gebruik je deze? En wat is het verschil?

Slide 5 - Tekstslide

do exercises 15 and 16
In Magister > leermiddelen > New Interface > 
Unit 3 > Lesson 2

Slide 6 - Tekstslide

Okay, what do you remember?

Slide 7 - Tekstslide

(dichtbij) ____ dress
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 8 - Quizvraag

(ver weg) ____ people
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 9 - Quizvraag

this,that,these,those
I prefer __ shoes here.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 10 - Quizvraag

... balloons here are nicer than ... over there.
A
those, these
B
these, those
C
this, that
D
that, this

Slide 11 - Quizvraag

Which is your car, the black ...... or the white .......
A
one, ones
B
ones, one
C
one, one
D
ones, ones

Slide 12 - Quizvraag

Jack has three pens – a red ...... and two green ......
A
one, one
B
ones, one
C
one, ones
D
ones, ones

Slide 13 - Quizvraag

Which do you prefer; this ......or that .....?
A
one/one
B
ones/ones
C
one/ones
D
ones/one

Slide 14 - Quizvraag

Before opening the next "les"
study vocab 3.1-3.3 and phrases 25-40

Slide 15 - Tekstslide