Woordenschat hoofdstuk 2

Wat gaan we doen?
20 minuten lezen
Huiswerk controleren 
Uitleg en quiz met bordjes : omschrijving 
Hoofdstuk 2 Opdracht 1, 2 en 
Nabespreken schriftelijke overhoring

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
20 minuten lezen
Huiswerk controleren 
Uitleg en quiz met bordjes : omschrijving 
Hoofdstuk 2 Opdracht 1, 2 en 
Nabespreken schriftelijke overhoring

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat hoofdstuk 2
Een omschrijving zoeken

Slide 2 - Tekstslide

START


Na deze les kun je:

- De betekenis van een moeilijk woord vinden door de omschrijving van dat woord in de tekst te zoeken?

woordenschat

Slide 3 - Tekstslide

WOORDENSCHAT

een omschrijving zoeken


Soms weet je de betekenis van een woord in een tekst niet.

In een tekst staat soms uitgelegd wat een woord betekent.

Die omschrijving (betekenis) staat soms in een andere zin in de tekst,

of tussen haakjes achter het woord.


Je moet goed lezen, want er staat niet altijd:

'dat betekent' of 'dat is'.


Slide 4 - Tekstslide

WOORDENSCHAT

een omschrijving zoeken



Bij de entree (ingang) kun je een kaartje kopen voor de show.


Meteorlogen zijn mensen die het weer voorspellen voor hun beroep.

Slide 5 - Tekstslide

Een omschrijving zoeken
1. Tussen haakjes of komma's
2. De betekenis staat in de volgende zin. 
3. De betekenis staat in de vorige zin. 

Slide 6 - Tekstslide

Start opdracht
1. Werk in je koppel. 
2. Verzin allebei twee omschrijvingen voor het woord fantastisch. Noteer allebei je antwoord in je schrift. 
3. Lees de omschrijvingen voor. 
4. Samen kies je de beste omschrijving. 

Slide 7 - Tekstslide

Iedere leerling op onze school heeft een vaste begeleider uit een hogere klas. Zo'n coach helpt met allerlei zaken.
Wat is een ander woord voor 'coach'?
A
een sportteam
B
een trainer
C
een vaste begeleider
D
een nieuwe leerling

Slide 8 - Quizvraag

De nieuwste hype is dat jongens en mannen rokken gaan dragen. Zoiets nieuws wat ineens sterk de aandacht trekt, is meestal tijdelijk.
Wat is een ander woord voor 'hype'?
A
meestal tijdelijk
B
iets nieuws dat de aandacht trekt
C
jongens en mannen
D
ineens

Slide 9 - Quizvraag

Je moet de theorie letterlijk, precies zoals het er staat, overschrijven.
Wat is een ander woord voor 'letterlijk'?
A
de theorie
B
overschrijven
C
Je moet
D
precies zoals het er staat

Slide 10 - Quizvraag

'Als je deze maand elke gymles present (aanwezig) bent, trakteer ik op een broodje', zie de mentor in de groepsapp.
Wat is een ander woord voor 'present'?
A
aanwezig
B
afwezig
C
trakteer
D
broodje

Slide 11 - Quizvraag

Aan de slag
WAT: opdracht 1 en 2 van hoofdstuk 2 woordenschat vanaf bladzijde 50
HOE: samenwerken mag met je tweetal. 
HULP: Je overlegt eerst met de tweetal en daarna kun je het aan mij vragen. 
TIJD: 20 minuten
UITKOMST: De volgende les bespreken we de antwoorden.


Slide 12 - Tekstslide

Wat vond je van de les?

Slide 13 - Tekstslide