Stralingsbron
Voor het zichtbare gebied (400-800 nm) wordt een wolfraamlamp gebruikt.
Voor het nabije UV (200-400 nm) wordt een deuteriumlamp gebruikt.
Monochromator.
Een monochromator zorgt voor dispersie. De uitgezonden straling van de lichtbron wordt opgesplitst naar golflengte(gebied).
Voorbeelden: prisma, absorptiefilter/interferentiefilter, rooster/tralie
Cuvet: transparante vensters.
UV straling: kwarts cuvetten, QS (glas en kunstof absorberen UV licht)
Zichtbaar licht: glazen of kunststof cuvetten
Detector
De detector meet de intensiteit van de doorgelaten straling. De straling veroorzaakt in de detector een elektrisch signaal. Signaal evenredig zijn met de intensiteit van de opvallende straling. versterker.