In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
3.4 Bevolking in beweging
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
- Bespreken herhaalopdrachten
- Afronden paragraaf 3.4
Slide 2 - Tekstslide
Herhaalopdrachten
A = BS
B = BW
C = Cs
D = Cf
E = EH (1 fout = – 1)
In het noorden (BW) waaien winden vanaf de Atlantische Oceaan. (1) De Andes houdt de winden tegen; aan de oostzijde daarvan valt stuwingsneerslag. (1) Het gebied ten westen van de Andes ligt in de regenschaduw. (1)
Slide 3 - Tekstslide
Herhaalopdrachten
a Figuur 6 laat de normale situatie zien.
b 1 = vochtig
2 = droog
3 = warm water
4 = koud water
c Op de plek waar 2 staat, is het droog. De lucht daalt daar (0,5) omdat er een hogedrukgebied ligt. (0,5) De lucht warmt een beetje op (0,5) en eventuele wolken lossen op: het is droog. (0,5)
Slide 4 - Tekstslide
Herhaalopdrachten
a Vijf factoren gevraagd:
1) de breedteligging
2) de hoogteligging
3) de ligging ten opzichte van de zee
4) de aanvoer van kou en warmte door de wind of door zeestromen
5) de lligging van gebergten (1 fout = – 1)
b Een luchtstreek is een temperatuurzone op aarde.
c door de breedteligging
Slide 5 - Tekstslide
Herhaalopdrachten
goed
fout
fout
fout
Slide 6 - Tekstslide
Herhaalopdrachten
a De Nazcaplaat (0,5) botst tegen de Zuid-Amerikaanse plaat. (0,5) De energie hoopt zich op (0,5) en ontlaadt zich langs het wrijvingsvlak (0,5) in een aardbeving.
b epicentrum is fout; het moet hypocentrum zijn
c naschokken
d seismologen
Slide 7 - Tekstslide
Herhaalopdrachten
a De sterkste aardbevingen komen voor bij botsende en onder elkaar duikende platen (subductie) en bij langs elkaar schuivende platen.
b Bij een botsing van platen zal de druk groot worden op het wrijvingsvlak. De spanning loopt op en op een gegeven moment schiet de plaat door en ontstaat er een aardbeving.
c Naarmate de epicentra dichter bij het aardoppervlak liggen, zijn de aardbevingen zwaarder.
Slide 8 - Tekstslide
Herhaalopdrachten
onvolledig
fout
onvolledig
goed
Slide 9 - Tekstslide
Herhaalopdrachten
Drie typen hoofdgesteente gevraagd:
1) stollingsgesteente
2) afzettingsgesteente/sedimentgesteente
3) metamorf gesteente (1 fout = – 1)
b stollingsgesteente: Door vulkanische uitbarstingen in de Andes kan lava aan het aardoppervlak stollen tot stollingsgesteente.
afzettingsgesteente: Sedimenten zijn lange tijd geleden neergelegd en door de druk van bovenliggende lagen veranderd in sedimentgesteente. Die sedimentlagen worden door opstijgend magma omhoog geduwd en komen zo hoog in de bergen te liggen.
metamorf gesteente: Is diep in de ondergrond ontstaan door de druk van gebergtevorming. Het gesteente is daardoor veranderd in een ander type gesteente.
Slide 10 - Tekstslide
Herhaalopdrachten
a Dit is een caldeiravulkaan. Dit is een oude vulkaan met een kilometersbrede krater.
b De stelling is fout. Schildvulkanen hebben effusieve uitbarstingen. Om zo’n grote krater te doen ontstaan, is er een enorme explosie van een stratovulkaan nodig.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan jij:
de 5 fasen van het demografische transitiemodel omschrijven
uitleggen in welke fase Chili zit
Beginnen met stukje uitleg, maak aantekeningen!
Slide 13 - Tekstslide
Bevolkingsdiagram
Geboorteoverschot
Er worden meer kinderen geboren dan dat er mensen overlijden.
Sterfteoverschot
Er gaan meer mensen dood dan dat er kinderen geboren worden
Slide 14 - Tekstslide
Demografisch transitiemodel
Dit model laat veranderingen in de leeftijdsopbouw zien en verklaart dit!
pagina 76 van je boek
Slide 15 - Tekstslide
India nu in fase 3
geboortebeperking
Slide 16 - Tekstslide
Demografische druk
Groene druk
Hoog
geboorte
cijfer
Slide 17 - Tekstslide
Demografische druk
Grijze druk
Hoog
sterfte
cijfer
Slide 18 - Tekstslide
Het demografisch transitiemodel
A
Geeft een overgang aan van hoge naar lage geboorte- en sterftecijfers.
B
Geeft een overgang aan van lage naar hoge geboorte- en sterftecijfers.
C
Geeft een transitie aan van een grote groei naar een kleine groei.
D
Geeft de sociale bevolkingsgroei weer.
Slide 19 - Quizvraag
Hoe verder in het demografisch transitiemodel, hoe ... de economie
A
slechter
B
beter
Slide 20 - Quizvraag
Wat daalt er eerst in het demografisch transitiemodel?
A
geboortecijfer
B
sterftecijfer
Slide 21 - Quizvraag
Welke fase van het demografisch transitiemodel?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4
Slide 22 - Quizvraag
In fase 1 van de demografische transitie is er
A
geen bevolkingsgroei
B
grote bevolkingsgroei
C
geringe bevolkingsgroei
D
bevolkingskrimp
Slide 23 - Quizvraag
Welke fase van het demografisch transitiemodel?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4
Slide 24 - Quizvraag
DEMOGRAFISCHE TRANSITIE
A
Chili zit in fase 1
B
Chili zit in fase 2
C
Chili zit in fase 3
D
Chili zit in fase 4
Slide 25 - Quizvraag
Aan de slag!
Lees: - paragraaf 3.4
Maak:
- opdracht 6 en 8
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Wat is bevolkingsdichtheid?
A
Het gemiddelde aantal inwoners
B
Het gemiddelde aantal inwoners per km2
C
Hoeveel bevolking er is
D
Hoeveel mensen in een huis wonen
Slide 28 - Quizvraag
Wat is bevolkingsdichtheid?
A
Het gemiddelde aantal inwoners
B
Het gemiddelde aantal inwoners per km2
C
Hoeveel bevolking er is
D
Hoeveel mensen in een huis wonen
Slide 29 - Quizvraag
Wat is natuurlijke bevolkingsgroei
A
Dat de bevolking snel groeit
B
Het aantal immigranten min het aantal emigranten
C
Het aantal geboorten min het aantal sterfte gevallen
D
Het aantal geboorten in een jaar
Slide 30 - Quizvraag
Bij sociale bevolkingsgroei.....
A
is het aantal immigranten groter dan het aantal emigranten
B
is het aantal immigranten kleiner dan het aantal emigranten
Slide 31 - Quizvraag
Wat is bevolkingsspreiding?
A
De hoeveelheid mensen op 1 km2
B
De toename van het inwonersaantal in een bepaald land of gebied gedurende een bepaalde tijd
C
De verdeling van mensen in een gebied
D
Verwachte ontwikkeling van de bevolking in de toekomst