BVJ 1BK - Beenverbindingen

H8 Beenverbindingen
Je kunt 4 beenverbindingen noemen en aangeven of tussen botten beweging mogelijk is
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologiePraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H8 Beenverbindingen
Je kunt 4 beenverbindingen noemen en aangeven of tussen botten beweging mogelijk is

Slide 1 - Tekstslide

Tussen veel botten zitten gewrichten.

Maar botten kunnen ook op andere manieren aan elkaar zitten.
Scharniergewrichten: in de knieën, ellebogen en vingers.
Rolgewricht: tussen de ellepijp en het spaakbeen.
Zadelgewricht: aan de basis van de duimen.
Kogelgewrichten: voor de beweging van de heup en de schouder.

Slide 2 - Tekstslide

Ellepijp en spaakbeen is
een ..... gewricht
A
rolgewricht
B
scharniergewricht
C
zadelgewricht
D
kogelgewricht

Slide 3 - Quizvraag

Botverbindingen
vergroeid
verbonden door een naad
verbonden door kraakbeen

Slide 4 - Tekstslide

Vergroeid.

Sommige botten zijn vergroeid.
zoals bij het heiligbeen en het staartbeen. Dit zijn vergroeide wervels.
Er is daar geen beweging mogelijk.

Slide 5 - Tekstslide

-------------------staartbeen / stuitje

Slide 6 - Tekstslide

Een ander woord voor 'heiligbeen' is 'stuitje'.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

de schedelbeenderen zitten verbonden met een naad.

Slide 8 - Tekstslide

Bij baby's zijn de schedelbeenderen gescheiden door een ruimte: fontanellen

Slide 9 - Tekstslide

'Fontanellen' zijn ...
A
schedelbeenderen
B
de naden tussen schedelbeenderen
C
de ruimte tussen schedelbeenderen
D
een botverbinding

Slide 10 - Quizvraag

Verbonden door kraakbeen. 

Wervelkolom 
Ribben/ borstbeen

Slide 11 - Tekstslide

kraakbeen
Botten met veel lijmstof en weinig kalk noemen we kraakbeen.

In de botten van baby's zit veel kraakbeen. 

Slide 12 - Tekstslide

Waar zit been en waar zit kraakbeen?
Kraakbeen
Been

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Een halswervel hoort bij de wervelkolom
A
dit klopt
B
dit is onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Een sleutelbeen zit aan
je bovenbeen.
A
dit klopt
B
dit is onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Een ellepijp zit in
je romp.
A
dit klopt
B
dit is onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Een kuitbeen zit in je onderbeen.
A
dit klopt
B
dit is onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Halswervels
borstwervels
lendenwervels
7
12
5

Slide 23 - Sleepvraag

De kapselbanden zijn een extra versteviging. Ze helpen de botten op hun plaats te houden.
De kapselbanden zijn een extra versteviging. Ze helpen de botten op hun plaats te houden.
Om het gewricht zit een stevig vlies. Het houdt de botten bij elkaar. Het maakt ook gewrichtssmeer.
Om het gewricht zit een stevig vlies. Het houdt de botten bij elkaar. Het maakt ook gewrichtssmeer.
Het uiteinde van één (1) bot is bol. Dit heet de gewrichtskogel.
Tussen de  botten zit gewrichtssmeer. Dit werkt als een soort smeervet. Hierdoor kunnen de botten soepeler bewegen.
Het uiteinde van één (1) bot is kom-vormig. hier past de gewrichtskogel precies in.
Op de kop van elk bot zit een laagje kraakbeen. Het beschermt de botten tegen slijten.

Slide 24 - Tekstslide

gewrichtssmeer
kapselband
kraakbeenlaagje
gewrichtskapsel
gewrichtskom
gewrichtskogel

Slide 25 - Sleepvraag

Je ruggengraat kan bewegen, dit komt door verbindingen van:
A
kraakbeen
B
gewrichten
C
gewrichtssmeer
D
gewrichtsbanden

Slide 26 - Quizvraag

Welk soort gewricht zie je hier?
A
rolgewricht
B
scharniergewricht
C
kantelgewricht
D
kogelgewricht

Slide 27 - Quizvraag

Dit was het laatste hoofdstuk van Thema4 'Stevigheid en beweging'.
Welk hoofdstuk vond jij het meest interessant .
Het skelet
Botten
Gewrichten
Spieren
een werkplan
Gezond bewegen
Blessures
Beenverbindingen

Slide 28 - Poll

Slide 29 - Video