Opbouw van je formele mail
In dat mailtje begin je met de onderwerpregel. Vervolgens schrijf je de aanhef voor je e-mail.
Daarna vertel je:
- waar je het bericht hebt gevonden en wat de datum van dat bericht is.
- kort waar het bericht over gaat.
- welke emoties het bericht bij jou oproept en legt deze uit (minimaal 2).
Je sluit af met een slotzin en daaronder sluit je af met een slotgroet en je naam. Gebruik de schrijfregel 1 tot en met 5 op bladzijde 335 (kaderboek) en 342 (basisboek).
Ben je klaar? Ga de controle vragen op bladzijde 46 (kader) of bladzijde 50 (basis) na.