Kijk de antwoorden van opdracht 4 van een klasgenoot na (8 min)
Geef aan:
1. of een antwoord goed of fout is
2. wat er niet goed aan is (als het fout is). Geef dus niet het goede antwoord.
Verbeter je eigen antwoorden! (8 min)
3. Klaar met nakijken? Geef het blaadje terug aan degene van wie het is.
4. Heb je je blaadje terug? Bekijk dan de antwoorden die je fout had en verbeter ze.
KLAAR? Dan ga je verder met opdrachten van H3 lezen: 1, 2 en 4.