3) Reclames dragen cultuur over, want zij dragen bepaalde (stereotype) beelden uit, bijvoorbeeld; een vrouw moet het huishouden doen (of een slank ‘strand lichaam’ hebben).
Mensen die deze reclames zien verwerven deze cultuur vervolgens; de indruk wordt gewekt dat je als vrouw je zo moet gedragen en er zo uit moet zien, dus dit beeld wordt onderdeel van het referentiekader van de kijker. [In de bron is sprake van tertiaire socialisatie; de overdracht van cultuur door een anonieme socialisator waar men niet een rechtstreekse band mee heeft. In het geval van de bron: de media in de vorm van de uitgezonden reclames.]
4) Delen van het kernconcept identiteit zijn, het beeld dat je van jezelf hebt en dat is afgeleid uit de groepen waar je bij hoort. Door genderstereotypen verandert dit beeld: ik ben wel/niet zoals het ‘hoort’ op basis van de groep (man/vrouw) waar ik bij hoor. Bovendien zou je erop kunnen wijzen dat wanneer deze genderstereotypes gereproduceerd blijven worden, de externe collectieve identiteit van vrouw- en man-zijn versterkt wordt.