2.3 Waarom zou je lenen?

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

In de aula koop je een broodje gezond voor 2 euro.
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 4 - Quizvraag

Je zet geld op de bankrekening.
A
Je saldo stijgt
B
Je saldo daalt

Slide 5 - Quizvraag

Je wilt iets kopen voor later.
Geld laten groeien met de...die je van de bank krijgt.
Om onverwachte kosten te betalen.

Slide 6 - Sleepvraag

Je hebt een spaarrekening met € 450. Je krijgt 2% rente per jaar.

Hoeveel rente krijg je na één jaar?


Slide 7 - Open vraag

Je ziet een Canada Goose jas op het internet voor 500 euro. In de winkel is deze 600 euro. De geldfunctie is hier een...
A
Ruilmiddel
B
Spaarmiddel
C
Rekenmiddel

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Een voordeel van lenen is...

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Je krijgt € 24 zakgeld per maand. Maar het is al bijna weer op. Toch wil je graag naar de kermis. Van je spaargeld blijf je af. Daarom probeer je geld te lenen.
Je mag van thuis € 40 lenen, maar je moet het wel binnen twee maanden terugbetalen. Gaat het lukken op op tijd terug te betalen?

Slide 14 - Open vraag

Hoeveel procent heeft bij nooit geld te kort? (vr 43)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Een lening bij de bank betaal je terug met een vast bedrag per maand:
  • Maandtermijn
  • Aflossing (terugbetalen van geleende geld)
  • Rente (vergoeding voor het gebruiken van het geld)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Als je in een jaar aflost, is de maandelijkse termijn...

Slide 22 - Tekstslide

Carmen leent € 1.500 om een scooter te kunnen kopen. Zij betaalt 9% rente per jaar.

Jaarlijks is zij.....kwijt aan rente.
A
13,50
B
135,-
C
150,-
D
1635,-

Slide 23 - Quizvraag

Rentepercentage berekenen
deel : geheel x 100%

Je wilt uitrekenen hoeveel procent de rente is van het geleende bedrag.

Het renteDEEL, van welk geleende GEHEEL.

Slide 24 - Tekstslide

Rentepercentage berekenen
deel : geheel x 100%
Het renteDEEL, van welk geleende GEHEEL.

Je leent € 375 en betaalt € 25,50 rente.
 Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag.

Slide 25 - Tekstslide

Je betaalt in totaal € 375 terug aan de bank. Je betaalt € 25,50 aan rente.
Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag.

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Percentage bereken
Bijvoorbeeld: Je leent €350 en betaalt €21 rente, Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag.

Slide 30 - Tekstslide

Percentage bereken
Bijvoorbeeld: Je leent €350 en betaalt €21 rente, Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag.
100%
?
€350
€21

Slide 31 - Tekstslide

Percentage bereken
Bijvoorbeeld: Je leent €350 en betaalt €21 rente, Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag.
100%
?
€350
€1
€21

Slide 32 - Tekstslide

Percentage bereken
Bijvoorbeeld: Je leent €350 en betaalt €21 rente, Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag.
100 : 350 x 21 = 
100%
?
€350
€1
€21

Slide 33 - Tekstslide

Percentage bereken
Bijvoorbeeld: Je leent €350 en betaalt €21 rente, Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag.
100 : 350 x 21 = 
100%
6%
€350
€1
€21

Slide 34 - Tekstslide

Je leent €870 en betaalt €26,10 rente. Hoeveel procent is de rente van het geleende bedrag?

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Opdracht 30, 32, 34 t/m 42

Slide 38 - Tekstslide