oefenen toets 1vp unit 1

We have a test next lesson! 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

We have a test next lesson! 

Slide 1 - Tekstslide

Which means we had to study.. and now we have to practice!

Slide 2 - Tekstslide

Wat moesten we leren voor de toets?

Slide 3 - Open vraag

Wat betekend het woordje ''wavy'' in het Nederlands?
A
golf
B
golf spelen
C
golvend/met slag
D
van slag zijn

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekend het woordje ''tweeling'' in het Engels?
A
tweens
B
twins
C
tweeling
D
twiling

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekend het woordje ''recognise'' in het Nederlands?
A
kennen
B
herkennen
C
organiseren
D
reorganiseren

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekend het woordje ''pencil case'' in het Nederlands?
A
zaak
B
pennenzaak
C
potlood
D
etui

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekend het woordje ''uncle'' in het Nederlands?
A
neef
B
broer
C
overgrootvader
D
oom

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekend het woordje ''classmate'' in het Nederlands?
A
klasse maat
B
klasgenoot
C
klasse vriend
D
huisgenoot

Slide 9 - Quizvraag

Finish the sentence:
Isn't that Jane? Is ... your friend?
A
she
B
her
C
they
D
he

Slide 10 - Quizvraag

Finish the sentence:
How old is your dad? ... is 51!
A
she
B
her
C
they
D
he

Slide 11 - Quizvraag

Finish the sentence:
My mother is mad about something Jake did. ... is always naughty!
A
she
B
her
C
they
D
he

Slide 12 - Quizvraag

Finish the sentence:
I can't go home, I have lost ... bike. Have you seen it?
A
my
B
her
C
their
D
his

Slide 13 - Quizvraag

Finish the sentence:
My dad is looking for ... watch, while it's on his wrist!
A
my
B
her
C
their
D
his

Slide 14 - Quizvraag

A/an ..... 
what on earth is that! 

Slide 15 - Tekstslide

2

Slide 16 - Video

00:54
A tree of An tree
A tree
An tree

Slide 17 - Poll

01:07
A boy of An boy
A boy
An boy

Slide 18 - Poll

When do we use A and An?
An --> when the word starts with an a,e,o,u,i SOUND. 
An apple 
An hour 

A --> Does the word NOT start with an a,e,o,u,i sound? Then u use the a. 
A book - A car - A university 

Slide 19 - Tekstslide

Hoort het woord bij A of An?
Engagement
Teacher
University
Hour
Audio
Chair

Bear
An 
A

Slide 20 - Sleepvraag

What will we do now?
Check the homework: lesson 4 assignment 1 till 14 

work on: lesson 5! 

Slide 21 - Tekstslide