2.3 3G

2.3 Een huur- of koopwoning
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.3 Een huur- of koopwoning

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen
Je leert in deze les:
  • wat een woningmarkt is
  • hoe een woning huren gaat
  • hoe een woning kopen gaat

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woningmarkt
Bestaat uit de totale vraag naar woningen en het totale aanbod van woningen. 

  • Huurwoningen
  • Koopwoningen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

woningcorporatie
Organisatie die zich richt op bouwen, beheren en verhuren van betaalbare woonruimte.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrije sector
Sociale huurwoningen 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sociale huurwoning
Heb je niet veel inkomen?
Dan kun je een sociale huurwoning krijgen. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huurtoeslag
Wanneer je weinig inkomen hebt, kun je via de belastingdienst huurtoeslag aanvragen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.3 Een huur- of koopwoning? 
Ze hebben de sleutel van de huurwoning gekregen,
maar hoe weten ze of ze niet te veel betalen?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan huis kopen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontbindende voorwaarden
Voorwaarden in koopakte! kunnen worden opgenomen. Koper kan de koopovereenkomst kosteloos ontbinden. 

Een ontbindende voorwaarde kan zijn de financiering, het verkrijgen van een huisvestingsvergunning, het verkrijgen van de Nationale Hypotheek Garantie of de uitkomst van een bouwkundig advies. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrij Op Naam (V.O.N.)
• geen overdrachtsbelasting
• geen kadasterkosten
• geen notariskosten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OZB (onroerendezaakbelasting)
Aan de gemeente moet je OZB betalen als je een koopwoning hebt.
De OZB is een (kein) percentage over de WOZ - waarde. 
Hoe meer je huis waard is hoe meer belasting je moet betalen. 


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de woningmarkt ?
A
De vraag naar woningen
B
De totale vraag naar woningen en het totale aanbod van woningen
C
Het totale aanbod van woningen
D
De vraag naar woningen en het aanbod van woningen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Woningen met een lage huur, noem je
A
Vrije sector woningen
B
Lage huur woningen
C
Sociale huurwoningen
D
B- woningen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociale huurwoningen
commerciële huurwoningen
Maximum huurprijs
Kans op huurtoeslag
Ruimere regels vanuit de overheid
Maandelijkse huur van € 720,-
Gebruik kunnen maken van de huurcommissie
Huurprijs op basis van puntensysteem
Maximale huursverhoging
Geschikt voor tijdelijke verhuur
Ruimere keuze in woningen

Slide 16 - Sleepvraag

A= dit wordt bepaald door het puntensysteem

B= Voor sociale huurwoningen geldt een inkomensgrens. Kom je hier boven dan val je automatisch buiten de groep die kans maakt op huurtoeslag.

C= Voor het verhuren van een sociale huurwoning zitten meer regels en grenzen aan dan bij commerciële huurwoningen.

D= De sociale huurgrens ligt op € 710,68

E=Bij commerciële huurwoningen moet je naar de rechtbank bij onenigheid

F= Dit geeft de kwaliteit van de huurwoning weer in punten op basis van opp, sanitair etc.

G= De stijging is afhankelijk van het inkomen en wordt beperkt bij commerciële huurwoningen mag de verhuurder zelf weten hoe hoog de verhoging wordt.

H= Vaak wordt de kans op een woning bij sociale verhuur gebaseerd op de lengte van inschrijving in combi met je inkomen. Tijdelijke verhuur is dus niet mogelijk.

I= Dit is bij de vrije sector meer van toepassing. Hierbij kan je ook kiezen voor een mooie afwerking, extra luxe keuken etc.

Wat hoort niet bij een huurwoning?
A
klein onderhoud
B
groot onderhoud
C
huurverhoging
D
huurtoeslag

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je bent eigenaar van een woning als ...
A
het koopcontract is getekend.
B
de transportakte is getekend.
C
de transportakte is ingeschreven in het kadaster.
D
het geld is betaald.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ander woord voor definitieve koopovereenkomst is?
A
kadaster
B
financiering
C
transportakte
D
kadastrale akte

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar kan een makelaar jou mee helpen?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

ozb is de afkorting van:
A
onze zwarte baas
B
onder zeven bomen
C
onroerendezaakbelasting
D
onroerendezaagbelasting

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is niet verplicht bij de verkoop van een huis?
A
notaris
B
kadaster
C
makelaar

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies