Klas 3 - hoofdstuk 1 - Woordenschat
1 / 22
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Welke strategie moet je gebruiken om de betekenis van het vetgedrukte woord te bepalen?
Ooit voeren hier schepen naar Duitsland; nu is het een stil , landelijk stukje in de stad
A
In de zin staat een voorbeeld bij het groot gedrukte woord
B
In de zin staat een synoniem van het groot gedrukte woord
C
In de zin staat een tegenstelling van het groot gedrukte woord
D
In de zin staat een omschrijving van het groot gedrukte woord
Slide 5 - Quizvraag
Welke strategie moet je gebruiken om de betekenis van het vetgedrukte woord te bepalen?
Tieners stellen strikte normen: wie van de leeftijdsgenoten een beetje uit de pas loopt, krijgt het meteen te horen.
A
Er staat een voorbeeld bij de vetgedrukte tekst
B
Er staat een synoniem van de vetgedrukte tekst
C
Er staat een tegenstelling van de vetgedrukte tekst
D
Er wordt een omschrijving gegeven van de vetgedrukte tekst.
Slide 6 - Quizvraag
Welke strategie moet je gebruiken om de betekenis van het vetgedrukte woord te bepalen?
Mens- en diervriendelijk breien doe je met synthetisch garen. Dat kunstmatige materiaal wordt ook voor veel andere kleding gebruikt..
A
Er staat een voorbeeld van het vetgedrukte woord
B
Er staat een synoniem van het vetgedrukte woord
C
Er staat een tegenstelling van het vetgedrukte woord
D
Er staat een omschrijving van het vetgedrukte woord
Slide 7 - Quizvraag
Welke strategie moet je gebruiken om de betekenis van het vetgedrukte woord te bepalen?
Chique sjaals, zoals de heerlijke zachte sjaals van Espresso, staan prachtig op een T-shirt.
A
In de zin wordt een tegenstelling gegeven van het vetgedrukte woord
B
In de zin staat een omschrijving van het vetgedrukte woord
C
In de zin staat een synoniem van het vetgedrukte woord
D
In de zin staat een voorbeeld bij het vetgedrukte woord
Slide 8 - Quizvraag
Welke woorden herken je in intercontinentaal?
Probeer ook de betekenis te noteren.
Probeer ook de betekenis te noteren.
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Tekstslide
Wat betekent het woord introductie?
Let op: je moet de tekst gebruiken!
Let op: je moet de tekst gebruiken!
Slide 11 - Open vraag
Uit welke zinnen kun je opmaken wat 'bijtende' betekent.
Je mag de eerste twee woorden en de laatste twee woorden noemen.
Je mag de eerste twee woorden en de laatste twee woorden noemen.
Slide 12 - Open vraag
Welke betekenis heeft het woord 'monster' in deze tekst?
Slide 13 - Open vraag
Wat betekent 'maar opzet wordt niet uitgesloten'?
Gebruik je eigen woorden
Gebruik je eigen woorden
