2.3 Metaalbinding

2.3 Metaalbinding
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

2.3 Metaalbinding

Slide 1 - Tekstslide

Deze lesweek



  • herhalen atoombindingen en vdWaals en H-brug
  • Uitleg micro/macro niveau
  • Quiz micro/macro
  • Opdracht micro/macro bij metalen
  • Examenopgaven: 2022-1 29 t/m 32





Slide 2 - Tekstslide

herhalen 2.1+2.2
Atoombinding: 
polair of apolair
Vanderwaalsbinding
H-brug

Slide 3 - Tekstslide

 herhalen 2.1+2.2
Atoombinding:                                            polair of apolair

verschil electronegativiteit < 0,4 = apolair of covalent    (C-H)
0,4 < verschil electronegativiteit < 1,7 = polair   (C-O en O-H)

Slide 4 - Tekstslide

herhalen 2.2


Vanderwaalsbinding
H-brug

Slide 5 - Tekstslide

herhalen 2.2: vdWaals
vdWaals = 
- tussen alle moleculen
- hoe hoger molmassa
  = hoe hoger smelt- en
     kookpunt

Slide 6 - Tekstslide

herhalen 2.2: H-brug
H-brug = 
- tussen OH- en/of NH-groepen in moleculen
- verhoogt smelt- en 
   kookpunt
- zorgt dat moleculen 
  op kunnen lossen in 
  water.



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

herhalen 1.1 startopdracht
Teken in je schrift 2311Na volgens het atoommodel van Bohr (met K,L,M-schillen).
  • 1,5 minuten
  • In je schrift

timer
1:30

Slide 9 - Tekstslide

Atoommodel Bohr Na-23
Atoomnummer = 11
Massagetal = 23

In de kern zitten 11 protonen en 23-11=12 neutronen
In de elektronenschillen (K,L,M) zitten 11 elektronen: 2, 8, 1

Wat verklaart de reactiviteit van natrium?

Slide 10 - Tekstslide

Eigenschappen verklaren
Aan de hand van het atoommodel van Bohr kunnen veel eigenschappen van stoffen worden verklaard en voorspeld.

In de scheikunde maak je voortdurend een koppeling tussen macroniveau (waarneembaar) en het microniveau (niet waarneembaar).

Slide 11 - Tekstslide

Macro en micro
Macroniveau: waarneembaar en meetbare eigenschappen, bijv. kleur, hardheid, geleidbaarheid, smelt- en kookpunt.

Microniveau: beschrijving op deeltjesniveau (moleculen, ionen, elektronen, bindingen).

Slide 12 - Tekstslide

Reactiviteit van natrium
Macroniveau: natrium reageert heftig met water.

Microniveau: een natriumatoom heeft 1 valentie-elektron waar hij vanaf wil om de edelgasconfiguratie te bereiken.

Slide 13 - Tekstslide

De geur van een geurkaars
timer
0:05
A
Macro
B
Micro

Slide 14 - Quizvraag

Chloor heeft 7 valentie-elektronen
timer
0:05
A
Macro
B
Micro

Slide 15 - Quizvraag


timer
0:05
A
Macro
B
Micro

Slide 16 - Quizvraag

Koperdraad is buigzaam
timer
0:05
A
Macro
B
Micro

Slide 17 - Quizvraag

De soortelijke warmte van water is 4,18 kJ per kg per Kelvin
timer
0:05
A
Macro
B
Micro

Slide 18 - Quizvraag

Magnesiumatomen hebben een sterke metaalbinding
timer
0:05
A
Macro
B
Micro

Slide 19 - Quizvraag

Metaalbinding

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht
  • Tweetallen:  ± 8 minuten / Lees 2.3 en verklaar de volgende eigenschappen van  metalen (macroniveau) op microniveau:
    groep a) elektrische en warmte-geleidbaarheid                            groep b) hoog smeltpunt                                                                            groep c) vervormbaarheid.
  • Na 8 minuten: op het bord aan de klas uitleggen

Slide 21 - Tekstslide

Bespreking opdracht
In je antwoord moet je minimaal de volgende begrippen noemen:
  • Elektrische en warmte-geleidbaarheid: metaalrooster, beweging elektronen/atomen
  • Hoog smeltpunt: sterkte metaalbinding, energie
  • Vervormbaarheid: metaalrooster
  • Edelheid: elektronen-/edelgasconfiguratie



Slide 22 - Tekstslide

Filmpjes: edelheid van metalen
Neem de tabel over en vul in terwijl je de filmpjes kijkt. (10 min)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

uitwerking
100 gram Nordic gold bevat 89 gram Cu en 5,0 gram Al.

89 gram Cu bevat 89 / 63,5 = 1,40 (mol) Cu.
5,0 gram Al bevat 5,0 / 27,0 = 1,85 x 10-1 (mol) Al.

De molverhouding Cu : Al is dus 1, 40 / (1,85 x 10-1) = 7,6 : 1,0.

Slide 28 - Tekstslide

uitwerking 31:
Bindingstype in structuurformules: atoombinding/ covalente binding juist = 1 punt.
Bindingstype in Nordic gold: metaalbinding juist = 1 punt.
uitwerking 32: De atoomdiameter van Al is groter dan die van Zn, maar kleiner dan die van Sn. De lijn zal dus steiler moeten lopen dan die van Zn, maar minder steil dan die van Sn. Dus lijn II geeft de invloed van de aluminium -atomen op de hardheid van een koperlegering weer.
Toelichting puntenscore:
Atoomdiameters van Al, Zn en Sn juist vergeleken = 1 punt.
Consequente conclusie = 1 punt.



Slide 29 - Tekstslide