De Gouden Eeuw

2.4 De Gouden Eeuw
Bron 1
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenisVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.4 De Gouden Eeuw
Bron 1

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoe leefden mensen in de Gouden Eeuw? En welke groepen zijn er.
1588 

Het gaat goed met handel en economie in de republiek. (2.2)

Sommige kooplui worden heel rijk door aandelen of inversteringen (2.2)

Slide 3 - Tekstslide

4 groepen:
De rijke kooplui
Middenklasse (winkeliers en ambachtslieden)
Loonarbeiders
De Armen

Wat doen deze mensen?

Slide 4 - Tekstslide

Kunst
Wetenschap

Slide 5 - Tekstslide

Kunst
Door de welvaart (van handel en investeringen) hebben meer burger meer geld.

Er komen dus steeds meer schilders en meer schilderkunst.

Slide 6 - Tekstslide

Wetenschappelijke revolutie
Nieuwe kennis over andere volkeren, planten en dieren.

Nieuwe bevindingen zoals de microscroop en het slingeruurwerk.

 Christiaan Huygens en Anthonie van Leeuwenhoek.

Meer twijfel aan de oude teksten (bijbel)

Slide 7 - Tekstslide

Kansen in de Republiek
Calvinistische land

Protestanten kregen de belangrijke banen. Maaaar Katholieken of jongen werden niet vervolgd. 

Verdraagzaamheid: Men accepteerde dat niet iedereen het zelfde opvattingen had.

Slide 8 - Tekstslide

Nieuwe denken in de Republiek
Wat zegt Descartes?

En wat zegt de volgeling van Descartes?


Slide 9 - Tekstslide

Descartes
Zelf onderzoeken en zelf logisch redeneren lijdt tot echte kennis.

Descartes geloof in God

Ik denk dus ik ben

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Spinoza
Bijbelkritiek.
De bijbel is geschreven door mensen: want alles is verklaarbaar. 

Wat hij zei ging zelfs in Nederland te ver. En zijn boeken werden verboden.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Protestantse kerk.
Er waren verschillende opvattingen over het Protestantse geloof

Synode van Dordrecht (1618-1619)
Statenbijbel

Maar veel rijke bestuurders in de republiek hadden via predikantsbenoemingen veel invloed, wilde niet dat de kerk veel met hun leven bemoeide.

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten maken 2.4
2, 3ab, 4ab, 5c, 7b, 8ac

Slide 15 - Tekstslide

Herhaling les van 2.2,2.3,2.4
Wat hebben we allemaal besproken de afgelopen drie lessen

Slide 16 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
elk paragraaf herhalen doormiddel van:
De blauwe woorden bij langs te gaan.

Elke hoofdvraag bij de paragraaf te kunnen beantwoorden.

Slide 17 - Tekstslide

2.2
De blauwe woorden

Wat betekenen ze, en hoe passen ze bij deze tijd

Slide 18 - Tekstslide

2.3
Wat betekenen de blauwe woorden, en hoe passen ze bij deze tijd

Slide 19 - Tekstslide

2.4
De blauwe woorden, wat betekenen ze en hoe passen ze bij deze tijd.

Slide 20 - Tekstslide

Politieke aspecten
Alles wat met macht, bestuur en geloof te maken heeft

Slide 21 - Tekstslide

Economische aspecten
Alles dat met geld en leefomstandigheden te maken heeft.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide