5H KLT oefenen: fragmenten + voca

Voeg Franse signaalwoorden toe die je al kent.
Schrijf ook het verband op dat zij aangeven.
Connecteurs
1 / 20
volgende
Slide 1: Woordweb
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voeg Franse signaalwoorden toe die je al kent.
Schrijf ook het verband op dat zij aangeven.
Connecteurs

Slide 1 - Woordweb

Vertaal het signaalwoord:
'd'abord'
A
aan boord
B
aangeven
C
ten eerste
D
ten beste

Slide 2 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
'puis'
A
want
B
omdat
C
maar
D
vervolgens

Slide 3 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
'plus tard'
A
meer
B
dommer
C
later
D
hoger

Slide 4 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
'pour'
A
om
B
om te
C
dan
D
dan te

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
'comme'
A
zoals
B
omdat
C
maar
D
want

Slide 6 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
'ensuite'
A
dus
B
want
C
vervolgens
D
daarvoor

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
'grâce à'
A
dankzij
B
dankbaar
C
met gratie
D
met notie

Slide 8 - Quizvraag

doel
gevolg
tijdsbepaling
opsomming / aaneenschakeling
verklaring / uitleg
voorbeeld / vergelijking
et
pour
plus tard
puis
d'abord
:
grâce à
ensuite
comme
aujourd'hui

Slide 9 - Sleepvraag

Kijk- en luistervaardigheid
oefenen voor het SE KLT

Slide 10 - Tekstslide

4

Slide 11 - Video

00:10
Qu’est-ce qu’il annonce?
A
La fermeture des frontières
B
la fermeture de toutes les écoles
C
Le confinement
D
La réouverture

Slide 12 - Quizvraag

00:31
Combien d’élèves sont touchés par la fermeture?

Slide 13 - Open vraag

01:42
On doit arrêter de penser que...
A
Tout le monde peut enseigner.
B
Tout le monde peut suivre les cours en ligne.
C
Tout le monde peut donner les cours en ligne.

Slide 14 - Quizvraag

03:06
Est-ce qu'il y a une date ou les écoles seront réouvertes?
Si oui, nommez la date.
Si non, expliquez ce que tu as entendu.

Slide 15 - Open vraag

4

Slide 16 - Video

00:19
Quel est le thème?
A
Comment les Français voient les Belges
B
comment les Français voient les Nederlandais.
C
Comment les Français voient les étrangeres
D
Comment les étrangères voient les français

Slide 17 - Quizvraag

01:02
Selon le presentateur, le sport national d'Anglais c'est..

Slide 18 - Open vraag

03:30
Dans ces vidéos les Anglais .... les Français
A
se moquer de
B
disent qu'ils aiment
C
disent qu'ils détestent
D
sont neutre selon

Slide 19 - Quizvraag

04:08
qoui sont des stereotypes ils parlent?

Slide 20 - Open vraag