Signaalwoorden en veelvoorkomende voca examens

SE 2
Leestoets
Veelvoorkomende vragen en signaalwoorden
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

SE 2
Leestoets
Veelvoorkomende vragen en signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Vertaal het signaalwoord:
'd'abord'
A
aan boord
B
aangeven
C
ten eerste
D
ten beste

Slide 2 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
'puis'
A
want
B
omdat
C
maar
D
vervolgens

Slide 3 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
'd'abord'
A
aan boord
B
aangeven
C
ten eerste
D
ten beste

Slide 4 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
'plus tard'
A
meer
B
dommer
C
later
D
hoger

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
'pour'
A
om
B
om te
C
dan
D
dan te

Slide 6 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
'comme'
A
zoals
B
omdat
C
maar
D
want

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal het signaalwoord:
'ensuite'
A
dus
B
want
C
vervolgens
D
daarvoor

Slide 8 - Quizvraag

doel
gevolg
tijdsbepaling
opsomming / aaneenschakeling
verklaring / uitleg
voorbeeld / vergelijking
et
pour
plus tard
puis
d'abord
:
grâce à
ensuite
comme
aujourd'hui

Slide 9 - Sleepvraag

Welk signaalwoord past?
J'aime l'école, ______ j'espère qu'elle ouvrira bientôt ses portes.
A
donc
B
mais
C
ensuite
D
par contre

Slide 10 - Quizvraag

Welk signaalwoord past?
Je suis fatigué, ______ je dois travailler.
A
comme
B
donc
C
puis
D
mais

Slide 11 - Quizvraag

Sleep de signaalwoorden naar het verband dat zij aangeven. 
Opsomming
Reden
Tegenstelling
Conclusie
car
mais
par contre
donc
en plus
au contraire
comme
ensuite
alors
d'abord
puis
parce que
bref
cependant

Slide 12 - Sleepvraag

Vertaal: en effet
A
eveneens
B
inderdaad
C
zelfs
D
uiteindelijk

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal: ainsi
A
op die manier
B
in het bijzonder
C
terecht
D
vervolgens

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal: également
A
ook
B
vanzelfsprekend
C
te meer omdat
D
welnu

Slide 15 - Quizvraag

Vertaal:
À quoi sert le dernier alinea?

Slide 16 - Open vraag

Vertaal:
Qu'est-ce que l'exemple montre?

Slide 17 - Open vraag

Vertaal:
Par quel(s) mot(s) est-ce que cette phrase aurait pu commencer ?

Slide 18 - Open vraag

Vertaal:
Comment pourrait-on résumer le 2ème alinéa ?

Slide 19 - Open vraag

Vertaal:
Comment est-ce que ces deux phrases se rapportent à la première phrase du texte ?

Slide 20 - Open vraag

Vertaal:
Quel(s) mot(s) pourrait-on ajouter au début de cette phrase ?

Slide 21 - Open vraag