NUN 1F-2F, H1.2 Betekenis afleiden uit het woord, tm opdracht 2

les-informatie
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B

auteur   MB
datum   september 2022

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nederlands voor anderstaligenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

les-informatie
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   Nu Nederlands 1F-2F boek A / B

auteur   MB
datum   september 2022

Slide 1 - Tekstslide

NUN 1F-2F A Woordenschat
Hoofdstuk 1 Onbekende woorden begrijpen
1.1 Betekenis afleiden uit de tekst
1.2 Betekenis afleiden uit het woord
1.3 Figuurlijk taalgebruik

Slide 2 - Tekstslide

Woordenschat H.1 Onbekende woorden begrijpen
H.1.2 Betekenis afleiden uit het woord
oefening
theorie
opdrachten
huiswerk noteren

Slide 3 - Tekstslide

betekenis afleiden uit het woord
oefening   Welke stukjes ken je van een woord?
de kinderopvang     kind op vangen         >>>
de driewieler           drie wiel
de poppenhoek
besturen
zoetig                                                   >>>
probleemloos
dankbaar
onnodig

Slide 4 - Tekstslide

woordenschat
de kinderopvang


de driewieler

de poppenhoek

Slide 5 - Tekstslide

voor-voegsel en achter-voegsel met betekenis
(Maak maar even een foto.)
on-            -niet, zonder, geen              (ongelukkig)
ver- ww     - veel, te veel                      (verdrinken)
-loos          - zonder                             (werkloos)
-baar         - het kan ..., je kan het ...    (drinkbaar)
-vol           - met veel                           (liefdevol)
-ig         - op de manier van, hoort bij    (verdrietig)
-lijk       - op de manier van, hoort bij    (vriendelijk)
                          

Slide 6 - Tekstslide

voor-voegsel en achter-voegsel met betekenis
(Maak maar even een foto.)
her-       opnieuw, nog een keer        (het hergebruik)
ont-       ervanaf, weg                          (ontspannen)
-heid      de situatie van iets/iemand     (de boosheid)
-rijk       met veel                                (fantasierijk)
-achtig   op de manier van, lijkt op       (diefachtig)

Slide 7 - Tekstslide

1.2 Betekenis afleiden uit het woord
Bestudeer nu p.154:
het doel, de uitleg, het voorbeeld

Maak daarna opdracht 1 en 2.

Bij opdracht 2 nummer 3 moet je woorden bedenken. Je mag zoeken in een boek.
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

p.155 opdracht 1
1. accentloos      -B zonder accent
2. betekenisvolle -B van veel betekenis
3. herdenken      -A opnieuw aan iets/iemand denken
4. ongunstig       -B niet goed
5. begaanbaar    -B je kunt er overheen lopen

Slide 9 - Tekstslide

p.155 opdracht 2, nummer 1 en 2
1. onhandig betekent 'niet handig', niet goed met je handen kunnen werken
2. met veel succes            - succesvol
    over de inhoud             - inhoudelijk
    iemand die piano speelt - pianist
    makkelijk te bereiken    - bereikbaar
Extra: meer voorbeelden met woorden die eindigen op -ist
de drogist, de bloemist, de gitarist, de trompettist, de jurist, de egoïst, de communist

Slide 10 - Tekstslide

p.155, opdracht 2, nummer 3
een woord met her-

Slide 11 - Woordweb

p.155, opdracht 2, nummer 3
een woord met ont-

Slide 12 - Woordweb

p.155, opdracht 2, nummer 3
een woord met -achtig

Slide 13 - Woordweb

p.155, opdracht 2, nummer 3
een woord met -rijk

Slide 14 - Woordweb

p.155, opdracht 2, nummer 3
een woord met -heid

Slide 15 - Woordweb

p.155, opdracht 2, nummer 4
De docent komt langs om jouw zin te controleren.

Slide 16 - Tekstslide

p.156, opdracht 3
Gebruik nog geen woordenboek!
Het gaat erom dat je oefent met betekenis afleiden uit het woord zelf.

Maak de opdracht.

Slide 17 - Tekstslide