Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Blok 4.3 A & B Spelling 1KGT TT & VT
Blok 4.3 A&B Spelling
- Pak je Chromebook
- Maak in Learnbeat 4.2 D
- Werk in numo aan je taken
-
Pak je boek Escape Room
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Blok 4.3 A&B Spelling
- Pak je Chromebook
- Maak in Learnbeat 4.2 D
- Werk in numo aan je taken
-
Pak je boek Escape Room
Slide 1 - Tekstslide
Blok 4.3 A&B Spelling
4.6 TT of VT
Slide 2 - Tekstslide
Blok 4.2 Grammatica
herhaling Getalproef
Slide 3 - Tekstslide
Uitleg over zinsdelen
Werkwoorden zijn doe-woorden. Ze vertellen je wat iemand of iets doet, of wat er gebeurt.
De Getalproef
Bij de getalproef verander je het onderwerp en de persoonsvorm van enkelvoud naar meervoud of andersom.
De jongens lopen
op straat ->
De jongen loopt
op straat
De kikker springt
in het water ->
De kikkers springen
in het water.
De auto stond
in brand ->
De auto's stonden
in brand.
De paarden liepen
in de wei ->
Het paard liep
in de wei.
Slide 4 - Tekstslide
Uitleg over zinsdelen
Werkwoorden zijn doe-woorden. Ze vertellen je wat iemand of iets doet, of wat er gebeurt.
De Getalproef
Bij de getalproef verander je het onderwerp en de persoonsvorm van enkelvoud naar meervoud of andersom.
De overige werkwoorden in de zin veranderen dus niet mee. Kijk maar:
Jullie staan
te praten
voor de deur ->
Jij staat
te praten
voor de deur
Hij gaat
een mop
vertellen
->
Wij gaan
een mop
vertellen
Slide 5 - Tekstslide
Doe de Getalproef.
Wat wordt dan het onderwerp en de persoonsvorm van de zin:
Elsa en Robert koken vanavond pasta.
Slide 6 - Open vraag
Doe de Getalproef.
Wat wordt dan het onderwerp en de persoonsvorm van de zin:
Dit prachtige cadeau kocht ik voor mijn vader.
Slide 7 - Open vraag
Doe de Getalproef.
Wat wordt dan het onderwerp en de persoonsvorm van de zin:
Met een knal botste de auto tegen de boom.
Slide 8 - Open vraag
Blok 4.3 A&B Spelling
TT of VT
Slide 9 - Tekstslide
Wat weet je van werkwoorden in de tegenwoordige tijd?
Slide 10 - Woordweb
Wat is ook al weer een klankvast werkwoord?
Slide 11 - Woordweb
De persoonsvorm bepaalt de tijd
In eerdere lessen heb je al geleerd dat de persoonsvorm (pv) bepaalt of de zin
vt of tt
is.
Om te weten of een zin in de tt of vt staat, hoef je dus alleen maar te kijken naar de persoonsvorm.
Voorbeeld
Ik
ga
naar school lopen.
Ik
had
mijn schoenen verstopt.
Ik
sliep
vanmorgen door de wekker heen.
De persoonsvorm bepaalt de tijd van een zin.
Slide 12 - Tekstslide
Staat de zin in de tt of vt?
De dierentuin is de hele zomer ook ’s avonds open.
A
tt
B
vt
Slide 13 - Quizvraag
Staat de zin in de tt of vt?
De klantenservice beantwoordt veel vragen te laat.
A
tt
B
vt
Slide 14 - Quizvraag
Staat de zin in de tt of vt?
Ben jij ook vergeten je huiswerk te maken?
A
tt
B
vt
Slide 15 - Quizvraag
Staat de zin in de tt of vt?
De jeans waren eigenlijk te duur, maar wel heel mooi.
A
tt
B
vt
Slide 16 - Quizvraag
Staat de zin in de tt of vt?
De wielrenners sprintten naar de finish.
A
tt
B
vt
Slide 17 - Quizvraag
Klankveranderende werkwoorden
De klank van het werkwoord verandert in de verleden tijd
Bijvoorbeeld:
tegenwoordige tijd
verleden tijd
Ik loop - wij lopen
ik liep - wij liepen
Ik zwem - jullie zwemmen
Ik zwom - jullie zwommen
hij zegt - wij zeggen
Hij zei - wij zeiden
Hij eet - zij eten
Hij at - zij aten
Slide 18 - Tekstslide
Klankvaste werkwoorden
De klank van het werkwoord in de tegenwoordige en verleden tijd is hetzelfde.
In de verleden tijd komt er achter de '
ik-vorm
' +te(n) of +de(n).
Let op of het onderwerp enkelvoud of meervoud is!
tegenwoordige tijd
verleden tijd
Ik voer - wij voeren
ik voerde - wij voerden
Ik straf - jullie straffen
Ik strafte - jullie straften
hij hoest - wij hoesten
Hij hoestte - wij hoestten
Hij noemt - zij noemen
Hij noemde - zij noemden
Slide 19 - Tekstslide
Schrijf de persoonsvorm in de vt op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))
Wiliam ___________ (willen) heel vaak hetzelfde ijsje.
Slide 20 - Open vraag
Schrijf de persoonsvorm in de vt op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))
Jullie ___________ (huilen) echt als een stelletje baby's.
Slide 21 - Open vraag
Schrijf de persoonsvorm (vt) op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))
Wij _________ (zorgen) voor ons broertje.
Slide 22 - Open vraag
Schrijf de persoonsvorm (vt) op van de zin:
(het hele werkwoord staat tussen ( ..))
Wij _______ (testen) gisteren die nieuwe motor.
Slide 23 - Open vraag
Nu zelfstandig aan de slag
In learnbeat Spelling 4.3 A & B
én afmaken
Grammatica 4.2 D
Slide 24 - Tekstslide
Klankvaste werkwoorden
Soms kan je niet goed horen of het in de verleden tijd nu +te(n) of de(n) is.
Want is het nu 'de jongen niesde' of is het 'de jongen nieste' ? of
'ik verfde mijn haar blauw' of 'ik verfte mijn haar blauw'?
Daarvoor is er een trucje!
Slide 25 - Tekstslide
't kofschip X
Slide 26 - Tekstslide
Hoe werkt 't kofschip X
De stappen
Voorbeeld
1. Je hebt een werkwoord
niezen
2. je neemt de 'stam'
dat is het hele ww -en
dus 'niez'
3. Wat is de laatste letter van de stam?
de laatste letter van niez = z
4. Zit deze letter in 't kofschip X?
nee dan +de(n)
5. Neem de '
ik-vorm
' van het ww +de(n)
nies+de(n)
Slide 27 - Tekstslide
Hoe werkt 't kofschip X
De stappen
Voorbeeld
1. Je hebt een werkwoord
straffen
2. je neemt de 'stam'
dat is het hele ww -en
dus 'straff'
3. Wat is de laatste letter van de stam?
de laatste letter van straff = f
4. Zit deze letter in 't kofschip X?
ja dan +te(n)
5. Neem de '
ik-vorm
' van het ww +te(n)
strafte(n)
Slide 28 - Tekstslide
Einde van de les
Slide 29 - Tekstslide
Staat de zin in de tt of vt?
In de pauze zaten we vaak buiten in de zon.
A
tt
B
vt
Slide 30 - Quizvraag
Staat de zin in de tt of vt?
Je hebt de thee koud laten worden.
A
tt
B
vt
Slide 31 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Blok 4.2 C Grammatica Onderwerp en getalproef 1KGT
Maart 2022
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
werkwoordspelling (pv in tt en vt)
Maart 2021
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Werkwoordspelling les 1 (pv tt en pv vt)
Juni 2021
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Oefenen blok 4
Maart 2023
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling les 1 (pv tt en pv vt)
Augustus 2020
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Werkwoordspelling les 1 (pv tt en pv vt)
April 2020
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Werkwoordspelling les 1 (pv tt en pv vt)
Augustus 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Werkwoordspelling les 1 (pv tt en pv vt)
Mei 2020
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3