5.2 Waar haal je je geld vandaan?
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Verschil Vaste en Vlottende activa?
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Alle bezittingen moeten zijn betaald
Door de eigenaren => Eigen Vermogen
Door anderen => Vreemd Vermogen
Slide 10 - Tekstslide
Als je de winst niet investeert, komt deze op de A -zijde te staan bij Bank.
Dan is er weer evenwicht.
Slide 11 - Tekstslide
Aandelenvermogen van je zelf
Van meerdere eigenaren bij een VOF
van aandeelhouders bij een BV of een NV
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Crediteuren: Bedrijven die wel aan jou hebben geleverd, maar aan wie jij nog moet betalen
Slide 14 - Tekstslide
Verhouding tussen het EV en het VV.
Banken kijken hier naar wanneer jij bijvoorbeeld een lening nodig hebt.
> 50% => Schulden kunnen worden afgelost met EV.
Slide 15 - Tekstslide
Hoe HOGER DE SOLVABILITEIT Hoe LAGER het RISICO om te financieren.
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
412.000 : 557.500 x 100 = 73,9%
> 50% dan kan het bedrijf met het eigen vermogen alle schulden betalen
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
