VPRO1 - HFST 10 - Persoonlijkheidsstoornissen

VPRO1 | Hoofdstuk 10 | Week 3/4
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
VPRO1MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

VPRO1 | Hoofdstuk 10 | Week 3/4

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Tussenstand digitale leeromgeving
  • Twee weken over hoofdstuk 10
  • Volgende week dinsdag geen les ivm studentvrije dag, maak van die dag gebruik om voor de (open boek) toets te leren, hoofdstuk 1 tm 10. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een persoonlijkheidsstoornis (voorbeelden)

Slide 3 - Open vraag

Algemene omschrijving
Persoonlijkheidsstoornissen valt onder een psychiatrische stoornis
Het begrip persoonlijkheid = karakteristiek of eigenschappen die iemand uniek maken

Patronen als denken, gedrag, voelen, handelen zijn normaal en herkenbaar voor anderen, totdat deze onderdelen last veroorzaken bij andere mensen in hun omgeving. 

Iemand met een persoonlijkheidsstoornis gedraagt zich afwijkend. 
Hij/zij is niet in staat om zijn gedrag aan te passen voor een ander. 

Hardnekkige manier van denken, alsof het niet te veranderen is. 

Slide 4 - Tekstslide

Persoonlijkheidsontwikkeling
Ontwikkelen van persoonlijkheid wordt beinvloed door aanleg en omgeving.
Ieder mens doorloopt de rijpingsfasen = bepaalde patronen in de ontwikkeling die worden doorlopen en zijn voorspelbaar. 

Lees blz 115 over de uitleg van deze rijpingsfasen

Slide 5 - Tekstslide

Ontstaan van een persoonlijkheidsstoornis
Er is niet 1 oorzaak aan te wijzen - samenspel van factoren. 

  1. Erfelijke factoren en individuele kwetsbaarheid - verschil in aanleg temperament
  2. Psychologische factoren - levensgebeurtenissen en ervaringen
  3. Omgevingsfactoren en sociale factoren - positie gezin, levensstandaard

Slide 6 - Tekstslide

Vertel! Wat viel je op? Wat vond je ervan?

Slide 7 - Open vraag

Effecten op het dagelijks leven
Extreem jaloers, extreem verlegen, extreem perfectionistisch, extreem gevoelig voor kritiek en ervaart daardoor problemen in het dagelijks leven. 

Clienten geven zelf aan hinder te ondervinden in de sociale omgang.
Klachten of symptomen zie blz 117

Slide 8 - Tekstslide

Persoonlijkheidsstoornissen
Onder te verdelen in 3 clusters 
Cluster A: Paranoïde persoonlijkheidsstoornis, chizoïde persoonlijkheidsstoornis, Schizotypische persoonlijkheidsstoornis.


Cluster B: Borderline persoonlijkheidsstoornis, Antisociale persoonlijkheidsstoornis, 
Narcistische persoonlijkheidsstoornis, Histrionische persoonlijkheidsstoornis.


Cluster C: Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis, Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis,
Obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
Er worden drie groepen gemaakt. Iedere groep geeft een korte presentatie over een cluster in de volgende les.

Je werkt iedere stoornis van cluster kort uit en verwerkt dit in een powerpoint. 




Slide 11 - Tekstslide

Behandeling
Je hoeft niet te weten wat de oorzaak is, wel wat de factoren zijn die de problemen in stand houden. 

Behandeling is combinatie van medicatie en psychotherapie
Medicatie -> verlichten van symptomen
Psychotherapie is het meest effectief


Slide 12 - Tekstslide

Dialectische gedragstherapie
Helpt heftige emoties, zoals verdriet, wanhoop, angst, boosheid beter in evenwicht te krijgen
Client leert manier van denken te veranderen. 
Schemagerichte therapie
Hardnekkige angst en stemmingsklachten behandelen. Verwerken van jeugdtrauma's 
Mentalization Based Treatment
Begrijpen van gedrag
Transactionele analyse 
Bewustwording van reageren op anderen
Intensive short dynamic psychotherapie
Groepsbehandeling en individueel. 
Eigen gevoelens beter leren begrijpen door levensgeschiedenis te onderzoeken. 
Je gaat terug in de tijd

Slide 13 - Tekstslide

Rol persoonlijk begeleider
Doel: zoveel mogelijk ondersteuning bieden. 
Je moet je kunnen inleven in de situatie van je client met een persoonlijkheidsstoornis. 
Clienten ervaren het als een zware strijd. Het is vaker overleven dan leven. 
Je kunt niet zomaar tips of adviezen geven. 
Client moet zich veilig en vertrouwd voelen bij jou. 
Ziektebeeld kennen en herkennen. Waarom reageert de client zo? Zoeken naar balans. 

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag in de digitale leeromgeving

Slide 15 - Tekstslide

Wat heb je geleerd in deze les?

Slide 16 - Open vraag