Doornemen SE Themadossier

Voorbereiden SE Nederlands
+ Vragenuurtje
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiden SE Nederlands
+ Vragenuurtje

Slide 1 - Tekstslide

Allereerst
Alle belangrijke info staat in de documenten in jullie Magistermail.

Beoordelingsmodel, algemene richtlijnen etc. 

Slide 2 - Tekstslide

Betoog
Je gaat een betoog schrijven
  • Je verdedigt je zelf geformuleerde stelling (mening)
  • Jij verdedigt slechts 1 kant (JIJ HEBT GELIJK!)
  • Vier argumenten 
  • boek 1, boek 2, boek 3, gedicht

Slide 3 - Tekstslide

Opbouw van het betoog
Je betoog beslaat zes alinea's
  1. Inleiding
  2. Boek 1 (argument 1)
  3. Boek 2 (argument 2)
  4. Boek 3 (argument 3)
  5. Gedicht (argument 4)
  6. Slot

Slide 4 - Tekstslide

Titel
Boven je betoog staat een goede titel 
  • Trekt de aandacht
  • Is origineel
  • Is betogend van aard

Niet: Iedere familie een eigen schurk?
Wel: Altijd wel een schurk te vinden!

Slide 5 - Tekstslide

Veelgemaakte fouten
  • Geen titel noteren
  • Enkel een informatieve titel noteren ('Leraren')
  • Een punt achter de titel zetten (intepunctiefout)
  • Een vraagzin als titel
  • Een originele titel die niet wordt uitgelegd in de tekst

Slide 6 - Tekstslide

Inleiding
Een goede inleiding 
  • Trekt de aandacht d.m.v. een anekdote / retorische vraag / actualiteit etc. 
  • Maakt een bruggetje naar de stelling
  • En de stelling staat aan het einde van de inleiding

Een goede stelling
  • Is helder geformuleerd (geen verwijswoorden bijv.)
  • Is enkelvoudig (‘Leraren zijn de middelmatigste mensensoort op aard én snappen leerlingen niet.’)

Slide 7 - Tekstslide

Veelgemaakte fouten
  • Inleiding trekt de aandacht niet
  • Bruggetje naar de stelling is arbitrair 
    (Iedereen heeft wel op school gezeten en heeft te maken gehad met leraren. Daarom wil ik in dit betoog de stelling verdedigen: leraren zijn niet menselijk.)

Slide 8 - Tekstslide

Middenstuk
Een alinea in de kern
  • Is één argument dat je stelling ondersteunt (dus 1 boek per alinea)
  • Bevat minimaal één kernzin en de rest van de alinea is uitleg
  • Heeft een goede opbouw m.b.v. signaalwoorden 

Een alinea in de kern bevat de volgende onderdelen
  • Titel + auteur
  • Vult relevant info (de hoofdpersoon heeft een naam o.a.)
  • Geeft de strekking weer van jouw argument

Slide 9 - Tekstslide

Tips
  • Probeer de alinea's ongeveer even lang te laten worden
  • Gebruik enkel citaten als ze daadwerkelijk iets toevoegen. 

Slide 10 - Tekstslide

Slot
Een goed slot in een betoog bevat de volgende onderdelen
  • Een conclusie (dus - herhaling stelling) + beknopte analyse van je kern
  • Een cirkelrede (komt terug op je inleiding)
  • Een uitsmijter (eindig met een krachtige laatste regel)

INSPIREREND
  • Is dit een betoog?
  • Is je stelling niet teveel een open deur? 

Slide 11 - Tekstslide

Veelgemaakte formuleerfouten
  • Losstaande bijzinnen (iedere zin verdient een persoonsvorm!)
  • Fouten met verwijswoorden (Het meisje die...)
  • Te veel komma's
  • Het niet uitschrijven van getallen t/m twintig + tien- en honderdtallen. 
  • Woorden / formuleringen die niet bestaan (haat hebben aan / in conclusie)

Slide 12 - Tekstslide

Veelgemaakte spelfouten
  • Werkwoordspelling! (vnl. een persoonsvorm die voor een voltooid deelwoord wordt aangezien)
  • Het niet aan elkaar schrijven van samenstelling (hij liep naar het hond en hok)
  • Hoofdletterfouten (Ik las het boek een schittend gebrek / Daarom verdedig in de volgende stelling: In boeken met het thema familie zijn de vaders onbetrouwbare personages. )

Slide 13 - Tekstslide

Veelgemaakte interpunctiefouten
  • Komma zetten waar het niet nodig is. (Op een gegeven moment, komt de tovenaar het huis binnen, en hangt zijn jas op.) 
  • Komma vergeten tussen 2 pv’s in een samengestelde zin 
  • Komma vergeten voor voegwoorden als ‘maar, omdat, want’ 
  • ; i.p.v. : gebruiken. (Als je de regels bij ; niet kent, gebruik de tekens dan niet) 

Slide 14 - Tekstslide

Citeren
Haal de ‘enkele aanhalingstekens’ en de “dubbele aanhalingstekens” niet door elkaar. Als je eenmaal een keuze hebt gemaakt, houd je daar dan aan.

Je gebruikt dubbele aanhalingstekens nooit om titels aan te halen.
Fout: In het boek “Havo is geen optie”
Goed: In het boek Havo is geen optie
Ook goed (als..): In het boek ‘Havo is geen optie’
Zo zegt Jenneke: “Hallo, let goed op de interpunctie.”

Slide 15 - Tekstslide

Citeren
  • Als je citeert, dan plaats je de interpunctie binnen de aanhalingstekens. 

Niet: “Jenneke vindt dit leuk”.
Niet: “Jenneke vindt dit leuk.”.
Wel: “Jenneke vindt dit leuk.”

Slide 16 - Tekstslide

Verzorging
Dit zijn flauwe dingetjes, maar daar krijg je ‘gratis punten’ voor, mits je ze uitvoert.

  • Noteer het aantal woorden onder de toets (minimaal 700, maximaal 800)
  • Houd je aan de toetsinstructie. (koptekst, lettertype, lettergrootte, regelafstand)  

Toetsinstructie
 - lettertype: Times New Roman, groote 12
- regelafstand 1.5
- op AL je pagina’s staat de koptekst:  je naam, klas en docent   
voorbeeld: Jan Smit, 5A, AL
- als allerlaatste noteer je: het exacte woordenaantal

Slide 17 - Tekstslide

Wat neem je mee? 
En verder niks!
Je themadossier heeft JS geprint en ligt op school. Deze lever je na de toets ook weer in. 

Op school krijg je een kladblaadje om eventueel je schrijfplan op te schrijven

Slide 18 - Tekstslide

Vragen?

Slide 19 - Tekstslide