nabespreking proefwerkweek I Chapitre 2

• Frans
• Secundair onderwijs

Nabespreking proefwerkweek I

 Chapitre 2

Hoe ging de eerste toetsweek
in het algemeen?

Ben je tevreden met je resultaat
voor het proefwerk Frans?

1. Jazeker!
2. Het kon beter, maar ben niet ontevreden.
3. Helemaal niet!

Past dit resultaat bij
jouw leerwerk en inzet tijdens de les?

1. Ja, ik begrijp hoe ik aan dit cijfer kom.
2. Neen, voor mij was dit cijfer een verrassing.

Hoe bereidde je je thuis voor
op het proefwerk Frans?
Geef kort en bondig antwoord.

Inzage eigen werk

Bekijk je werk aandachtig: 

1. Wat ging goed?

2. Wat kan beter en ga je nog oefenen?

And last but not least :

3. De telling van de juf :-)

Welk onderdeel ging voor jou het best?

1. Vocabulaire (la famille - la maison)
2. Grammaire (het BN - wkw op -ER)
3. Zinnen (la famille - la maison - la chambre)
4. Tekst lezen + vragen

Welk onderdeel vond je het lastigst?

1. Vocabulaire
2. Grammaire
3. Zinnen
4. Tekst lezen + vragen

I. Vocabulaire

La famille - la maison -  la chambre 

Wat vind je het moeilijkst
aan woordjes leren?

Tips woordjes leren

Soulignez l'intrus:

les loisirs - travailler - jouer à la console

câlin - sympa - vieux

Hoe kom je bij het goede antwoord? 

Choisis le bon mot:

La mère de Maxence achète/arrête/regarde sa chambre.

Il est six heures du matin donc il est très après/souvent/tôt.

Hoe kom je bij het goede antwoord?

Wat neem je mee over woordjes leren voor de volgende toets?

II. Grammaire

L'adjectif (het BN): vorm en plaats

Les verbes réguliers en -er (révision!)

Wat vind je het moeilijkst
aan grammatica leren?

Tips grammatica leren

Complète les phrases. 

Attention à la forme et à la place de ládjectif!

(beau) Luc et Etienne sont des garçons.

(actief)( C'est Roger. Il a deux frères.

(ziek) Mes parents.

Hoe kom je bij het goede antwoord?

Hoe kom je bij het goede antwoord? 

Vertaal het werkwoord tussen haakjes en zet in het in de juiste vorm:

(dol zijn op) Jacques et Paul .................... leur prof d'allemand.

(deelnemen aan) Et toi, tu .................. au concours?

Hoe kom je bij het goede antwoord?

III. Zinnen

Parler de sa famille, de sa maison, de ses loisirs, de sa chambre.

Wat vind je het moeilijkst
aan zinnen leren?

Tips zinnen leren

Raconte quelque chose sur ta famille,
ta maison et ta chambre
en trois phrases françaises.

IV. Lezen

Een teskt over bijzondere woonplaatsen begrijpen 

Wat vind je het moeilijkst
aan het lezen en begrijpen van
een Franse tekst?

Tips lezen en begrijpen van een Franse tekst

Welk punt wil je voor de volgende toets halen?
Hoe ga je dit proberen?

Inleveren toets 

Kijk nog een laatste keer naar je toets.

Klaar? Lever de toets in.

Vragen? Stel ze.