Als een tomaat rijpt gebeurt er iets met de kleur, hij gaat namelijk van een groene naar een rode kleur. Een type plastide verandert in een andere type plastide.
Welk plastide was er eerst, en in welke plastide veranderd hij?
A
Van zetmeelkorrel naar kleurstofkorrel
B
Van kleurstofkorrel naar bladgroenkorrel
C
Van bladgroenkorrel naar kleurstofkorrel
D
Van bladgroenkorrel naar zetmeelkorrel
Slide 5 - Quizvraag
Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven?
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Vacuole
Slide 6 - Sleepvraag
Welke plastiden zie je op de foto
A
kleurstofkorrels
B
bladgroenkorrels
C
zetmeelkorrels
D
rode korrels
Slide 7 - Quizvraag
Leerdoelen
Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen(havo &vwo)
Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.(havo & vwo)
Slide 8 - Tekstslide
bs4 De celkern(havo & vwo)
Functie=Alles regelen wat er in de cel gebeurt -> Chromosomen
Slide 9 - Tekstslide
Chromosomen, DNA, gen(havo &vwo)
Slide 10 - Tekstslide
bs4 De celkern(havo & vwo)
Iedere celkern bevat chromosomen = langgerekte dunne Draden die bestaan uit DNA opgerold in eiwitten
Slide 11 - Tekstslide
bs4 De celkern(havo &vwo)
Chromosomen zijn onder de microscoop zichtbaar als ze delen
Slide 12 - Tekstslide
Lichaamscellen
De cellen waaruit je lichaam is opgebouwd, heten lichaamscellen
In de celkern van een mens liggen 46 chromosomen
Slide 13 - Tekstslide
DNA(havo & vwo)
Slide 14 - Tekstslide
bs4 De celkern(havo & vwo)
DNA bestaat uit basenparen: A-T en C-G--> deze stukken heten basen
Slide 15 - Tekstslide
Wat is DNA?(havo & vwo)
Een 'streepjescode' voor alle erfelijke eigenschappen, bijv.
- oogkleur
- lengte
- krullen
maar ook:
- muzikaal
- sportief
Slide 16 - Tekstslide
DNA 'wenteltrap'(havo & vwo)
Je DNA ziet er uit als een wenteltrap.
Elke trede bestaat uit eenbasenpaar.
Er zijn 4 basen: A, T, G, C
De volgorde van de 'traptreden' = een code voor informatie.
A-T-T-A-C-G-A-T bijvoorbeeld, vormt eengen
basenparen:
A-T T-A
G-C C-G
Slide 17 - Tekstslide
bs4 De celkern( havo & vwo)
Alle chromosomen in één celkern samen bevatten alle erfelijke informatie van een organisme.
hierdoor kunnen alle genen bijvoorbeeld worden afgelezen aan de hand van wangslijmvliescellen
Slide 18 - Tekstslide
Chromosomen(havo & vwo)
Erfelijke informatie= eigenschappen waarvoor je de informatie van de ouders erft
23 kreeg je van je moeder
23 kreeg je van je vader
Slide 19 - Tekstslide
Genen( havo & vwo)
Een gen is een stukje DNA
voor een erfelijke eigenschap.
(vb. haarkleur, oogkleur)
Een gen kan 'aan' of ' uit' staan.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
vragen
VRAGEN?
Slide 22 - Tekstslide
check leerdoelen...
Slide 23 - Tekstslide
De mens
Waar
Niet waar
Waar
Niet waar
Er zitten 46 chromosomen in elke lichaamscel
Elke lichaamscel bevat de informatie van al je erfelijke
eigenschappen.
Slide 24 - Sleepvraag
Wat staat in de juiste volgorde van groot naar klein