B1B LES 2.5: de celkern

Welkommm
Tassen van tafel
Telefoon in kluis of tas
Boek en laptop op tafel
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkommm
Tassen van tafel
Telefoon in kluis of tas
Boek en laptop op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Regels/Afspraken LessonUp
  • Luisteren naar elkaar
  • Beantwoorden vragen zelfstandig in stilte, tenzij docent anders aangeeft
  • We zijn stil als docent verder wilt.

Slide 2 - Tekstslide

Regels/Afspraken
  • Telefoon in de kluis of tassen -> zie ik je telefoon -> 16:00 ophalen bij de receptie
  • Niet eten in het lokaal, drinken mag wel (water) -> geen energydranken
  • Respectvol met elkaar omgaan
  • Niet schelden
  • Er wordt niet gestoeid/gevochten
  • We praten allemaal Nederlands
  • Luisteren naar elkaar

Slide 3 - Tekstslide

Planning
  • Plenda
  • Terugblik 
  • leerdoelen BS 5
  • Uitleg BS 5: de celkern
  • Leerdoelen checken 
  • Aan de slag
  • Afsluiten

Slide 4 - Tekstslide

Plenda
4 december: 
- opdrachten 1 t/m 8 bs 3 blz 112 t/m 114
5 december:
- Opdrachten 1 t/m 8 bs 4 blz 119 t/m 121
11 december: 
- Opdrachten 1 t/m 8 bs 5 blz 125 t/m 127
12 december:
- Opdrachten 1 t/m 8 bs 6 blz 131 t/m 133

Toets 18 december

Slide 5 - Tekstslide

                                 Terugblik:


Twee soorten reclame
Lay-out
Terugblik

Slide 6 - Tekstslide

Welke paprika heeft welke plastiden?
A
Groene parprika: zetmeelkorrels Rode paprika: bladgroenkorrels
B
Groene paprika: kleurstofkorrels Rode paprika: bladgroenkorrels
C
Groene paprika: bladgroenkorrels Rode paprika: zetmeelkorrels
D
Groene paprika: bladgroenkorrels Rode paprika: kleurstofkorrels

Slide 7 - Quizvraag

Als een tomaat rijpt gebeurt er iets met de kleur, hij gaat namelijk van een groene naar een rode kleur.
Een type plastide verandert in een andere type plastide.

Welk plastide was er eerst, en in welke plastide veranderd hij?
A
Van zetmeelkorrel naar kleurstofkorrel
B
Van kleurstofkorrel naar bladgroenkorrel
C
Van bladgroenkorrel naar kleurstofkorrel
D
Van bladgroenkorrel naar zetmeelkorrel

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? 
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Vacuole

Slide 10 - Sleepvraag

Leerdoelen
Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen

Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Aan het eind van de les kan je de begrippen 'erfelijke informatie' en 'chromosomen' omschrijven

Slide 11 - Tekstslide

DNA/ Chromosomen?

Slide 12 - Woordweb

Lichaamscellen
De cellen in je lichaam= lichaamscellen. 
Voorbeelden: Huidcellen, spiercellen, wangslijmvliescellen

Elk cel in ons lichaam heeft een celkern


Slide 13 - Tekstslide

Celkern
 De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt 

In de celkern zitten chromosomen

Slide 14 - Tekstslide

De celkern
In de celkern zitten lange dunnen draden = chromosomen. 

De chromosomen bevatten alle erfelijke informatie die we hebben gekregen van onze ouders





Slide 15 - Tekstslide

Lichaamscellen

Mensen hebben 46 chromosomen. 
Bij andere organismen kan het  anders zijn.

Slide 16 - Tekstslide

Chromosomen
Erfelijke informatie= eigenschappen waarvoor je de informatie van de ouders erft 

23 kreeg je van je moeder 
23 kreeg je van je vader

eigenschappen worden ook bepaald door je omgeving en leefwijze.





Slide 17 - Tekstslide

Zou er in elk celkern hetzelfde informatie zitten?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Alle chromosomen in één celkern samen bevatten alle erfelijke informatie van een organisme.

hierdoor kunnen alle genen bijvoorbeeld worden afgelezen aan de hand van wangslijmvliescellen

Slide 19 - Tekstslide

Chromosomen bestaan uit DNA

Slide 20 - Tekstslide

DNA

Slide 21 - Tekstslide

DNA

Slide 22 - Tekstslide

bs4 De celkern
DNA is opgebouwd uit base: A - T - C - G
Base vormen basenparen: A is altijd tegenover een T  en een C altijd tegenover een G 
(A-T en C-G)
Gen: een stukje DNA met informatie voor een of meer erfelijke Eigenschappen (vb. haarkleur, oogkleur)
 

Slide 23 - Tekstslide

DNA
DNA Base
Basepaar
Celkern
Chromosoom
Cel

Slide 24 - Sleepvraag

     DNA 
Welk informatie is opgeslagen hangt af van 
de volgorde van basenparen

De volgorde van de 'traptreden' = een code voor informatie.
A-T-T-A-C-G-A-T bijvoorbeeld, vormt een gen

Vergeljikbaar met alfabet, heeft 26 letters:
- eierdop
- Periode

Slide 25 - Tekstslide

Genen
Een gen is een stukje DNA
voor een erfelijke eigenschap.

Een gen kan 'aan' of ' uit' staan.




Slide 26 - Tekstslide

vragen
VRAGEN? 

Slide 27 - Tekstslide

check leerdoelen...

Slide 28 - Tekstslide

Leg de begrippen 'erfelijke informatie' en 'chromosomen' uit

Slide 29 - Tekstslide

Staat er in de cel van mijn lever informatie over de kleur van mijn haar?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

De mens
Waar
Niet waar
Waar
Niet waar

Er zitten 46 chromosomen in elke lichaamscel
Elke lichaamscel bevat de informatie van al je erfelijke 
     eigenschappen.

Slide 31 - Sleepvraag

Wat staat in de juiste volgorde van groot naar klein
A
celkern, chromosoom, DNA
B
celkern, DNA, chromosoom
C
DNA, chromosoom, celkern

Slide 32 - Quizvraag

wat
Opdrachten van 2.5    1 t/m 8    Online
Hoe
Lees de tekst van 2.5  De Celkern (kan ook online)
Hulp
1) boek    2) medeleerling  3 ) docent
Tijd
 Eerst in stilte -> daarna rustig overleggen.
Klaar
Begrijp je iets niet sla de vraag over 


Klaar?

- Maak test jezelf van de basisstof
- Maak de plus opdracht 9 als je dit wilt.
- Lees BS 6 door




Slide 33 - Tekstslide

Even oefenen.........
Let op eerst de pagina refreshen voordat je de opdracht gaat maken

Slide 34 - Tekstslide