Als een tomaat rijpt gebeurt er iets met de kleur, hij gaat namelijk van een groene naar een rode kleur. Een type plastide verandert in een andere type plastide.
Welk plastide was er eerst, en in welke plastide veranderd hij?
A
Van zetmeelkorrel naar kleurstofkorrel
B
Van kleurstofkorrel naar bladgroenkorrel
C
Van bladgroenkorrel naar kleurstofkorrel
D
Van bladgroenkorrel naar zetmeelkorrel
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven?
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Vacuole
Slide 10 - Sleepvraag
Leerdoelen
Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen
Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.
Aan het eind van de les kan je de begrippen 'erfelijke informatie' en 'chromosomen' omschrijven
In de celkern zitten lange dunnen draden = chromosomen.
De chromosomen bevatten alle erfelijke informatie die we hebben gekregen van onze ouders
Slide 15 - Tekstslide
Lichaamscellen
Slide 16 - Tekstslide
Chromosomen
Erfelijke informatie= eigenschappen waarvoor je de informatie van de ouders erft
23 kreeg je van je moeder
23 kreeg je van je vader
eigenschappen worden ook bepaald door je omgeving en leefwijze.
Slide 17 - Tekstslide
Zou er in elk celkern hetzelfde informatie zitten?
A
ja
B
nee
Slide 18 - Quizvraag
Alle chromosomen in één celkern samen bevatten alle erfelijke informatie van een organisme.
Hierdoor kunnen alle genen bijvoorbeeld worden afgelezen aan de hand van wangslijmvliescellen, want daar zitten dezelfde informatie als in je levercellen bijvoorbeeld.
Slide 19 - Tekstslide
Chromosomen bestaan uit DNA
Slide 20 - Tekstslide
DNA
Slide 21 - Tekstslide
DNA
Slide 22 - Tekstslide
bs4 De celkern
DNA is opgebouwd uit base: A - T - C - G
Base vormen basenparen: A is altijd tegenover een T en een C altijd tegenover een G
(A-T en C-G)
Gen: een stukje DNA met informatie voor een of meer erfelijke Eigenschappen (vb. haarkleur, oogkleur)
Slide 23 - Tekstslide
DNA
DNA Base
Basepaar
Celkern
Chromosoom
Cel
Slide 24 - Sleepvraag
DNA
Welk informatie is opgeslagen hangt af van
de volgorde van basenparen
De volgorde van de 'traptreden' = een code voor informatie.
A-T-T-A-C-G-A-T bijvoorbeeld, vormt een gen
Vergeljikbaar met alfabet, heeft 26 letters:
- eierdop
- Periode
Slide 25 - Tekstslide
Genen
Een gen is een stukje DNA
voor een erfelijke eigenschap.
Een gen kan 'aan' of ' uit' staan.
Slide 26 - Tekstslide
vragen
VRAGEN?
Slide 27 - Tekstslide
check leerdoelen...
Slide 28 - Tekstslide
Leg de begrippen 'erfelijke informatie' en 'chromosomen' uit
Slide 29 - Tekstslide
Staat er in de cel van mijn lever informatie over de kleur van mijn haar?
A
Ja
B
Nee
Slide 30 - Quizvraag
De mens
Waar
Niet waar
Waar
Niet waar
Er zitten 46 chromosomen in elke lichaamscel
Elke lichaamscel bevat de informatie van al je erfelijke
eigenschappen.
Slide 31 - Sleepvraag
Wat staat in de juiste volgorde van groot naar klein
A
celkern, chromosoom, DNA
B
celkern, DNA, chromosoom
C
DNA, chromosoom, celkern
Slide 32 - Quizvraag
wat
Opdrachten van 2.5 1 t/m 8 Online
Hoe
Lees de tekst van 2.5 De Celkern (kan ook online)
Hulp
1) boek 2) medeleerling 3 ) docent
Tijd
Eerst in stilte -> daarna rustig overleggen.
Klaar
Begrijp je iets niet sla de vraag over
Klaar?
- Maak test jezelf van de basisstof
- Maak de plus opdracht 9 als je dit wilt.
- Lees BS 6 door
Slide 33 - Tekstslide
Even oefenen.........
Let op eerst de pagina refreshen voordat je de opdracht gaat maken