In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
1M
FOOD UNIT 4
Online methode
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.
Slide 3 - Tekstslide
Als je in het Engels tegen iemand wilt zeggen dat hij/zij iets NIET moet doen doe je dat met behulp van:
don't + het hele werkwoord:
Don'tlisten to him.
Don'tgo outside, it's raining.
Slide 4 - Tekstslide
Als je in het Engels tegen iemand wilt zeggen dat hij/zij iets moet doen doe je dat met behulp van:
het hele werkwoord:
Eat your hamburger. Close the door.
Slide 5 - Tekstslide
Wat zijn goede voorbeelden van een imperative? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Pick up that book.
B
Don't mess it up.
C
I like to dance in my room.
D
She sang in front of her parents.
Slide 6 - Quizvraag
Imperative
Slide 7 - Tekstslide
Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.
Je gebruikt de gebiedende wijs (in het Engels dus imperative) wanneer je iemand vertelt wat diegene moet doen.
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.
The Imperative
De Gebiedende Wijs
Slide 8 - Tekstslide
Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.
Sit down! Ga zitten!
Open your books! Doe je boeken open!
Be quiet! Wees stil!
Eat your meal! Eet je maaltijd op!
The Imperative
De Gebiedende Wijs
Slide 9 - Tekstslide
Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.
The Imperative
De Gebiedende Wijs
Je gebruikt don't als iemand iets niet moet doen. Don't staat dan vooraan in de zin.
Sit down!
Open your books!
Be quiet!
Don't sitdown!
Don't open your books!
Don't be quiet!
Slide 10 - Tekstslide
Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.
The Imperative
De Gebiedende Wijs
Zoals je misschien al was opgevallen begint een zin in de gebiedende wijs altijd met het hele werkwoord!
Hurry up! Close the window!
Be Quiet! Stop fighting!
Slide 11 - Tekstslide
Watch de following segment of the movie and make the following exercise.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
02:23
Put the words in the right order in order to make imperative sentences: 1. her / shut / up 2. up / lock / it
Slide 14 - Open vraag
04:23
Put the words in the right order in order to make imperative sentences: 3. that / maintain / tone 4. confrontation / keep / avoid / eye-contact / and
Slide 15 - Open vraag
06:23
Put the words in the right order in order to make imperative sentences: 5. table / go / the / stand / to / up / and / coffee 6. your / pocket / go / your / to / right
Slide 16 - Open vraag
07:23
Put the words in the right order in order to make imperative sentences: 7. act / just / natural 8. trigger / pull / the
Slide 17 - Open vraag
08:10
Put the words in the right order in order to make imperative sentences: 9. fire / hold / your 10. lose / don't him
Slide 18 - Open vraag
Wees op tijd!
A
Take your time.
B
Are on time.
C
Be on time.
D
Come in the right time.
Slide 19 - Quizvraag
Ga naar boven!
A
Turn up
B
Go upstairs
C
Go down
D
Up stairs
Slide 20 - Quizvraag
Je mag niet drinken hier!
A
Drink here!
B
Does not drink here.
C
Drink not here.
D
Don't drink here.
Slide 21 - Quizvraag
Schiet op!
A
Shoot up
B
Hurry up
C
Hurry on
D
No hurry
Slide 22 - Quizvraag
... you won't let go Welke imperative hoor je in de liedje?
Slide 23 - Open vraag
So ... .. .. when it's all over Welke imperative hoor je in de liedje?
Slide 24 - Open vraag
Translate/Vertaal; Poets je tanden.
Slide 25 - Open vraag
this- that- these- those
enkelvoud
meervoud
dichtbij
This
These
ver weg
That
Those
Slide 26 - Tekstslide
this/that/these/those
Slide 27 - Tekstslide
Use: this, these, that, those:
I want .... books over there.
A
this
B
these
C
that
D
those
Slide 28 - Quizvraag
this, that, these, those
... colours look beautiful on you!
A
This
B
That
C
These
D
Those
Slide 29 - Quizvraag
.... is your pen over there on the desk. .... is my pen here
A
This, This
B
That, That
C
This, That
D
That, This
Slide 30 - Quizvraag
What are all those cars doing over there?
A
correct
B
incorrect
Slide 31 - Quizvraag
How did you get these jacket?
A
correct
B
incorrect
Slide 32 - Quizvraag
This/ that/ these/ those I love .... skirt here!
Slide 33 - Open vraag
Fill in: this, that, these, those ......... girl is standing next to me.