In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.
Je gebruikt de gebiedende wijs (in het Engels dus imperative) wanneer je iemand vertelt wat diegene moet doen.
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.
The Imperative
De Gebiedende Wijs
Slide 2 - Tekstslide
Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.
Sit down! Ga zitten!
Open your books! Doe je boeken open!
Be quiet! Wees stil!
Eat your meal! Eet je maaltijd op!
The Imperative
De Gebiedende Wijs
Slide 3 - Tekstslide
Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.
The Imperative
De Gebiedende Wijs
Je gebruikt don't als iemand iets niet moet doen. Don't staat dan vooraan in de zin.
Sit down!
Open your books!
Be quiet!
Don't sitdown!
Don't open your books!
Don't be quiet!
Slide 4 - Tekstslide
Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.
The Imperative
De Gebiedende Wijs
Zoals je misschien al was opgevallen begint een zin in de gebiedende wijs altijd met het hele werkwoord!
Hurry up! Close the window!
Be Quiet! Stop fighting!
Slide 5 - Tekstslide
Wat zijn goede voorbeelden van een imperative? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Pick up that book.
B
Don't mess it up.
C
I like to dance in my room.
D
She sang in front of her parents.
Slide 6 - Quizvraag
Imperative
Slide 7 - Tekstslide
Watch de following segment of the movie and make the following exercise.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
02:23
Put the words in the right order in order to make imperative sentences: 1. her / shut / up 2. up / lock / it
Slide 10 - Open vraag
04:23
Put the words in the right order in order to make imperative sentences: 3. that / maintain / tone 4. confrontation / keep / avoid / eye-contact / and
Slide 11 - Open vraag
06:23
Put the words in the right order in order to make imperative sentences: 5. table / go / the / stand / to / up / and / coffee 6. your / pocket / go / your / to / right
Slide 12 - Open vraag
07:23
Put the words in the right order in order to make imperative sentences: 7. act / just / natural 8. trigger / pull / the
Slide 13 - Open vraag
08:10
Put the words in the right order in order to make imperative sentences: 9. fire / hold / your 10. lose / don't him
Slide 14 - Open vraag
Wees op tijd!
A
Take your time.
B
Are on time.
C
Be on time.
D
Come in the right time.
Slide 15 - Quizvraag
Ga naar boven!
A
Turn up
B
Go upstairs
C
Go down
D
Up stairs
Slide 16 - Quizvraag
Je mag niet drinken hier!
A
Drink here!
B
Does not drink here.
C
Drink not here.
D
Don't drink here.
Slide 17 - Quizvraag
Schiet op!
A
Shoot up
B
Hurry up
C
Hurry on
D
No hurry
Slide 18 - Quizvraag
... you won't let go Welke imperative hoor je in de liedje?
Slide 19 - Open vraag
So ... .. .. when it's all over Welke imperative hoor je in de liedje?
Slide 20 - Open vraag
Imperative - Vertaal: Lees jouw boek. (to read)
Slide 21 - Open vraag
Translate/Vertaal; Poets je tanden.
Slide 22 - Open vraag
Translate/Vertaal; Niet praten!
Slide 23 - Open vraag
Translate/Vertaal; Lees jouw boek.
Slide 24 - Open vraag
After today's lesson...
.... I fully understand the imperative
... I need some more practice
... I find it difficult. Could you please help me during next class?
Slide 25 - Poll
Slide 26 - Tekstslide
Write the imperative: Ga zitten!
Slide 27 - Open vraag
Write in the English Imperative: Wees stil!
Slide 28 - Open vraag
Write in the English Imperative: Doe je huiswerk!
Slide 29 - Open vraag
Write in the English Imperative: Doe de deur open!