present simple vs. present continuous

present simple vs. present continuous
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

present simple vs. present continuous

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we de
present simple?

Slide 2 - Woordweb

Wanneer gebruiken we de
present continuous?

Slide 3 - Woordweb

Present Simple

1. Het gebeurt altijd/regelmatig.
- I play football every week.

2. Het is een gewoonte.
The teacher drinks coffee in the morning.

3. Het is een feit. 
I teach English.
Present continuous

1. Het is NU bezig (In het Nederlands zeggen we: ik ben aan het....)


I can't call you, I am driving right now.

Slide 4 - Tekstslide

She........... (to run) because she's late for her lesson.
A
run
B
runs
C
is running
D
am running

Slide 5 - Quizvraag

Listen! Someone .......... (to knock) on the door!
A
are knocking
B
knock
C
knocks
D
is knocking

Slide 6 - Quizvraag

He really ......... (to hate) doing the dishes.
A
is hating
B
hates
C
hate
D
am hating

Slide 7 - Quizvraag

What are you doing here? I ...............(to look) for my book.
A
are looking
B
is looking
C
am looking
D
looks

Slide 8 - Quizvraag

Maak de volgende zin vragend:

She likes that cute dog.

Slide 9 - Open vraag

Maak de volgende zin vragend:

She is reading an English book.

Slide 10 - Open vraag

Maak de volgende zin ontkennend:

She likes that cute dog.

Slide 11 - Open vraag

Maak de volgende zin ontkennend:

She is reading an English book.

Slide 12 - Open vraag