If-zinnen

U2: grammatica 2
If-zinnen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

U2: grammatica 2
If-zinnen

Slide 1 - Tekstslide

Vorige lessen: verschillende tijden geleerd en toegepast
Toekomst: o.a. will + hele werkwoord
Verleden tijd: regelmatig -ed/onregelmatige vormen (2e vorm)
Voltooide tijd: have/has + voltooid deelwoord (3e vorm)

Deze tijden ga je nu gebruiken bij het volgende onderdeel: If-zinnen of ook wel "conditionals" genoemd. 

Slide 2 - Tekstslide

Conditionals

Slide 3 - Tekstslide

Twee vragen ter controle.

Slide 4 - Tekstslide

If-zinnen: Which is correct?
Hint: If + tegenwoordige tijd, will + hele werkwoord
A
He will be better at soccer, if he practises.
B
If he will practise, he is better at soccer.
C
If he will practise, he will be better at soccer

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin is een voorbeeld van een onmogelijke if-zin (type 3)?
A
If I work hard, I will pass my exam.
B
If I worked hard, I would pass my exam.
C
If I had worked hard, I would have passed my exam.

Slide 6 - Quizvraag

Goede vorm invullen: 4x
Let op je hebt telkens 20 seconden de tijd !

Slide 7 - Tekstslide

Vul de hoofdzin in:
If students are late for their exam,
Hint: type 1
A
they do not pass.
B
they would not pass.
C
they will not pass.

Slide 8 - Quizvraag

Vul de hoofdzin in:
............, if I know you are ill.
Hint: know staat in de tegenwoordige tijd
A
I would never ask
B
I will never ask
C
I never ask
D
I would never have asked

Slide 9 - Quizvraag

Vul de hoofdzin in (hint type 2):
If she had a laptop with her,
A
she will mail me.
B
she would mail me
C
she would have mailed me.

Slide 10 - Quizvraag

Vul de hoofdzin in (hint type 3):
If you had been on time,
A
you would have succeeded.
B
you would succeed.
C
you will succeed.

Slide 11 - Quizvraag

Invullen goede vorm  werkwoord: 3x
Type alleen in wat tussen haakjes staat 
Gebruik GEEN afkortingen en GEEN hoofdletters!

Slide 12 - Tekstslide

If I wash my hands I (to get not) infected.

Slide 13 - Open vraag

If Lucy (to have) more time, she would travel more often.

Slide 14 - Open vraag

If you (to ask) me, I would have bought you an icecream.

Slide 15 - Open vraag

Summary
Type 1: Mogelijke situatie
 If I jump over a bump, I will fall.​
    If + tegenwoordige tijd (present simple), will + hele werkwoord.
Type 2: Niet waarschijnlijk situatie
    If I cheated on my exam, I would feel bad.
    If + verleden tijd (past simple), would + hele werkwoord
Type 3: Onmogelijke situatie
    If you had asked me, I would have bought you an icecream. ​
    If + had + voltooid deelwoord (past perfect), would + have + volt.deelwoord







Slide 16 - Tekstslide

Beheers ik de stof?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Studiemeter + vooruitblik
Ga naar unit 2 en maak de 4 oefeningen en deeltoets bij grammatica > If zinnen. 
Bij niveau 3 (A2) is dit het eerste verplichte grammatica blok
Bij niveau 4 (B1) is dit het tweede verplichte grammatica blok.
Hou hulpdocument 2 er bij; daar staat een stappenplan op!


Slide 18 - Tekstslide