Online les 3 Didactiek 2

WELKOM
bij het vak Nederlands

Docent: Annemarie Klok
a.klok@reviaandoorn.nl
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
bij het vak Nederlands

Docent: Annemarie Klok
a.klok@reviaandoorn.nl

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Aan het einde van de les:

Kun je zelf goede zinnen maken met verschillende leestekens

Slide 2 - Tekstslide

Kijk eens naar de tekst in mijn hand.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is juist?
A
'S morgens haal ik de krant uit de brievenbus.
B
's Morgens haal ik de krant uit de brievenbus.
C
'S Morgens haal ik de krant uit de brievenbus.
D
Morgens haal ik de krant uit de brievenbus.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Ik lees het boek 'de kat huilt'.
B
Ik lees het boek 'De kat huilt.'
C
Ik lees het boek 'De kat huilt'.

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin is correct geschreven, lettend op leestekens en hoofdletters?
A
Mijn trainer zei jij mag meetrainen met de selectie.
B
Mijn trainer zei: 'Jij mag meetrainen met de selectie.'
C
Mijn trainer zei: 'jij mag meetrainen met de selectie.'
D
Mijn trainer zei: 'jij mag meetrainen met de selectie'

Slide 6 - Quizvraag

Welke zin is correct geschreven, lettend op leestekens en hoofdletters?
A
Jantje vroeg: 'Ga je mee?'
B
Jantje vroeg: 'Ga je mee'?
C
jantje vroeg: 'ga je mee'
D
Jantje vroeg: 'ga Je mee?'

Slide 7 - Quizvraag

Welke zin is correct geschreven,
lettend op leestekens en hoofdletters?
A
De bedrijfshulpverlener belde 112 want hij vertrouwde de situatie niet.
B
De bedrijfshulpverlener belde 112: 'Hij vertrouwde de situatie niet!'
C
De bedrijfshulpverlener belde 112, want hij vertrouwde de situatie niet.
D
De bedrijfshulpverlener belde 112: 'Hij vertrouwde de situatie niet.'

Slide 8 - Quizvraag

Welke zin is correct geschreven,
lettend op leestekens en hoofdletters?
A
Mijn buurvrouw janny schreeuwde tegen haar kleinkind, sta stil!
B
Mijn buurvrouw Janny schreeuwde tegen haar kleinkind, sta stil.
C
Mijn buurvrouw Janny schreeuwde tegen haar kleinkind: 'Sta stil!'
D
Mijn buurvrouw Janny schreeuwde tegen haar klein kind: 'Sta stil.'

Slide 9 - Quizvraag

Welke zin is correct geschreven,
lettend op leestekens en hoofdletters?
A
'S avonds ga ik laat naar bed, want ik kijk altijd eerst netflix.
B
'S avonds ga ik laat naar bed, want ik kijk altijd eerst Netflix.
C
's Avonds ga ik laat naar bed, want ik kijk altijd eerst netflix.
D
's Avonds ga ik laat naar bed, want ik kijk altijd eerst Netflix.

Slide 10 - Quizvraag

0

Slide 11 - Video

Instructie leestekenspel
Wat: Jullie gaan het leestekenspel spelen. Zorg ervoor dat je zo snel mogelijk bij de finish komt. 
Hoe:  Je speelt het spel op het uitgedeelde A3-papier. Ik geef je pionnen en een dobbelsteen.  
Hulp? Je mag je handboek gebruiken om de zinnen te controleren. 
Tijd: 20 minuten 
Uitkomst: Zover mogelijk proberen te komen in het spel. 

Slide 12 - Tekstslide

Wat vinden jullie nog moeilijk als het gaat om het plaatsen van leestekens in zinnen?

Slide 13 - Open vraag

Wat vinden jullie nog moeilijk als het gaat om het beschrijven van argumenten en de opzet van een ingezonden brief?

Slide 14 - Open vraag