3H - les 6 - H5.1 Lading en spanning (draft)

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar
- Telefoon weg
- Jas uit
- Laptop ingelogd op Lessonup

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent 'opladen'?

Slide 3 - Open vraag

Sleep het juiste symbool naar de component
Batterij
Lampje
led
Spannings-
meter
Stroom-
meter

Slide 4 - Sleepvraag

Sleep de meter naar de juiste plaats

Slide 5 - Sleepvraag

Wat betekent 'isoleren'?

Slide 6 - Open vraag

Sleep het juiste woord naar de juiste schakeling
Parallel-
schakeling
Serie-
schakeling
Serie-
schakeling

Slide 7 - Sleepvraag

Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe een voorwerp elektrisch geladen en ontladen worden

Je kunt kenmerken van positieve en negatieve lading benoemen.

Je kunt een aantal spanningsbronnen benoemen.

Slide 8 - Tekstslide

Instructie 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Atoom
Atoom bestaat uit:
 
Kern (+)
-protonen (+)
-neutronen (0)

Elektronen (-)

Slide 11 - Tekstslide

Statisch geladen
Elektronen springen over

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de lading van een atoom?
A
Positief
B
Negatief
C
Neutraal

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de lading van een elektron?
A
Positief
B
Negatief
C
Neutraal

Slide 14 - Quizvraag

Een voorwerp is positief geladen.
A
Het voorwerp heeft meer elektronen dan protonen
B
Het voorwerp heeft minder elektronen dan protonen

Slide 15 - Quizvraag

Kracht tussen + en -
   



Afstoten              Afstoten            Aantrekken   

Slide 16 - Tekstslide

Een voorwerp is positief geladen. Als deze in de buurt komt bij een ander voorwerp wordt deze aangetrokken.
A
Het andere voorwerp is ook positief geladen
B
Het andere voorwerp is negatief geladen

Slide 17 - Quizvraag

-
-
-
-
-
+
+
+
+
+

Slide 18 - Tekstslide

Spanning ontladen
1. Er is een ladingsverschil tussen A en B
     Er is dus spanning.
2. Als A en B verbonden worden door een
     geleider stromen de elektronen terug.
3. Als A en B dezelfde lading hebben
     stromen er geen elektronen meer.

Ontladen is het tegenovergestelde van opladen

Slide 19 - Tekstslide

Vandergraafgenerator
Ontlading: 
elektronen gaan terug

Slide 20 - Tekstslide

In welke richting stromen
de elektronen bij
ontlading?
A
Van P naar Q
B
Van Q naar P

Slide 21 - Quizvraag

In welke richting stromen
de elektronen bij
ontlading?
A
Van P naar Q
B
Van Q naar P
C
Kun je niet weten

Slide 22 - Quizvraag

Vandergraafgenerator
Ontlading: 
elektronen gaan terug
De spanning is heel groot
(10.000 V), maar de stroomsterkte heel klein. Daarom is het niet gevaarlijk!

Slide 23 - Tekstslide

Lading bij een batterij
-
+

Slide 24 - Tekstslide

Lading bij een batterij
-
+

Slide 25 - Tekstslide

Sleep de juiste afbeelding naar de component
Lading
C
Tijd
t
Spanning 
volt
Stroomsterkte
Q
coulomb
seconde
s
U
V
A
ampère
I

Slide 26 - Sleepvraag

Aan de slag
Maak van H5.1 opgave 1, 2, 4 en 6 (blz 71 en verder)

Slide 27 - Tekstslide

Lading
Grootheid: lading (Q)
Eenheid: coulomb (C)


Heeft te maken met elektrische kracht

Slide 28 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
Elektrisch geladen
Lading
Positief, negatief en neutraal
Elektronen
Spanning

Slide 29 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 30 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 31 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 32 - Open vraag

Volgende les:
Practicum

Slide 33 - Tekstslide