4.1 Meervoud en samenstelling

Programma Nederlands
1. cijfers examen Lezen-Luisteren zijn bekend
2. wanneer is de herkansing: wo 22 juni 10 uur
3. Hoe komt je eindcijfer tot stand?
4. Programma periode 4: presenteren, spelling en schrijfopdrachten
5. Spelling vandaag: meervoud en samenstelling
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma Nederlands
1. cijfers examen Lezen-Luisteren zijn bekend
2. wanneer is de herkansing: wo 22 juni 10 uur
3. Hoe komt je eindcijfer tot stand?
4. Programma periode 4: presenteren, spelling en schrijfopdrachten
5. Spelling vandaag: meervoud en samenstelling

Slide 1 - Tekstslide

PRESENTEREN VOOR EEN CIJFER (vervolg)
Je presenteert je betoog in de klas. Duur 4-5 minuten.
Je mag een powerpoint maken, die moet foutloos zijn. In je powerpoint zet je alleen steekwoorden.
Gebruik de stappen/indeling die je ook in je Betoog hebt gezet.
Je kiest je eigen datum en je eigen publiek!
Presenteren is elke maandag (4 studenten)
Data: 19 mei, 2, 16 en 23 juni

Slide 2 - Tekstslide

Meervoud en samenstelingern
Nu Nederlands par 4.1 en 4.2
Toets hele hoofdstuk op 25 mei


Slide 3 - Tekstslide

timer
0:10
Hoe goed ben jij in het correct spellen van het meervoud bij zn?
schaal van 1 tot 10 (10 = excellent)

Slide 4 - Woordweb

Lesdoel
Deze les behandelen we het meervoud van zelfstandige naamwoorden.

Lesdoelen:
  • je weet hoe je het meervoud moet vormen van zelfstandige     naamwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Meervoud
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en:

• lamp - lampen
• bord - borden
• mes - messen

Slide 6 - Tekstslide

Meervoud op -en (1)
Bij het meervoud op -en moet je op een aantal zaken letten.
  • Achter het woord -en zetten: boer +en - boeren
  • Laatste letter verdubbelen: klas +en - klassen
  • Een klinker weghalen: schaar +en - scharen
  • Een -f veranderen in -v: golf +en - golven
  • Een -s veranderen in -z: huis +en - huizen


Slide 7 - Tekstslide

Meervoud op -en (2)
  • Als het eindigt op -ie, dan -ën of "n toevoegen
         > klemtoon op de laatste lettergreep, dan -ën:
             melodie - melodieën, knie - knieën
         > klemtoon NIET op de laatste lettergreep, dan -"n:
             bacterie - bacteriën, porie - poriën
  • Een trema toevoegen bij -ee: idee +en - ideeën

Slide 8 - Tekstslide

Het meervoud van porie is:
timer
0:15
A
porien
B
pories
C
porieën
D
poriën

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het meervoud van categorie?
timer
0:15
A
categoriën
B
categorieën

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het meervoud van idee?
timer
0:15
A
ideën
B
ideeën

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het meervoud van genie?
timer
0:15
A
geniën
B
genieën

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het meervoud van: moskee
timer
0:20

Slide 13 - Open vraag

Meervoud van: theorie
timer
0:15
A
theorieën
B
theoriën
C
theorieeën
D
theories

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het meervoud van: snee
timer
0:20

Slide 15 - Open vraag

Wat is het meervoud van: reünie
timer
0:20

Slide 16 - Open vraag

Meervoud op -s
Meestal vaste -s. 
  • Bij woorden die eindigen op a, o , u, i of y krijg je een apostrof  s ('s), zodat     je het correct uitspreekt:
        > taxi - taxi's, ski - ski's
  • Let op: bij afkortingen die je letter voor letter uitspreekt en bij
        -e ,-é, -ay, -ey, -oy of -eau krijg je een vaste s:
        > cadeau - cadeaus, café - cafés, display - displays

Slide 17 - Tekstslide

Meervoud -n/-s

Veel woorden die eindigen op (een stomme) -e hebben twee mogelijkheden in het meervoud:  -n en -s


seconde: seconden en secondes

groente: groenten  en groentes

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het meervoud van: hobby
timer
0:20

Slide 19 - Open vraag

Het meervoud van grens is:
timer
0:15
A
grensen
B
grenszen
C
grenzen
D
grens heeft geen meervoud

Slide 20 - Quizvraag

tv
timer
0:20

Slide 21 - Open vraag

spray
timer
0:20

Slide 22 - Open vraag

buggy
timer
0:20

Slide 23 - Open vraag

Het meervoud van accu is:
timer
0:20
A
accus
B
accu's
C
accuus
D
accuu's

Slide 24 - Quizvraag

Het meervoud van giraffe is
timer
0:15
A
giraffen
B
giraffes
C
giraffen/giraffes
D
giraffens

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het meervoud van: camera
timer
0:20

Slide 26 - Open vraag

Wat is het meervoud van: cadeau
timer
0:20

Slide 27 - Open vraag

Wat is het meervoud van: metro
timer
0:20

Slide 28 - Open vraag

Wat is het meervoud van: seconde
timer
0:20

Slide 29 - Open vraag

Meervoud Latijnse woorden eindigend op -us of -um

  • um vervangen door a OF +s:
         > museum - musea / museums
        > datum - data / datums
  • us vervangen door i:
        > historicus - historici
        > politicus - politici

Slide 30 - Tekstslide

Meervoud -s of -f

Meestal s>z   f>v

> wens - wensen, kaars - kaarsen

> grens - grenzen, laars - laarzen

Langere woorden op -aaf, -oof houden de 'f':

> fotograaf - fotografen, filosoof - filosofen


Slide 31 - Tekstslide

klemtoon
klemtoon op -ik, -it, -es, -et, ei? --> dubbele medeklinker
(slikken - mikken - verstikken)

Klemtoon NIET op -ik, -it, -es, -et, ei? --> enkele medeklinker
(haviken - engelen - monniken)

Slide 32 - Tekstslide

Het meervoud van museum is:
timer
0:20
A
museums
B
musea
C
museums en museas
D
museums en musea

Slide 33 - Quizvraag

dief
timer
0:20

Slide 34 - Open vraag

medicus
timer
0:20

Slide 35 - Open vraag

Meervoud van: bangerik
timer
0:15
A
Bangerikken
B
Bangeriken

Slide 36 - Quizvraag

criterium
timer
0:20

Slide 37 - Open vraag

Meervoud van perzik
timer
0:20

Slide 38 - Open vraag

Een chemicus - twee ......
timer
0:15
A
Chemici
B
Chemica
C
Chemicussen

Slide 39 - Quizvraag

Regels meervoud
-a, -o, -u, -i, -y
's
-e, -é, -ay, -ey, -oy, -eau
vaste s
-ie
-ën (klemtoon op laatste lettergreep
-"n (klemtoon NIET op laatste lettergreep)
-ee
-ën
-um
-a of -s
-us
-i
-ik, -it, -et, -es, -ei
alleen verdubbeling medeklinker bij klemtoon

Slide 40 - Tekstslide

Samenstellingen
Schrijf -en als het eerste deel van de samenstelling een meervoud op -en heeft.
Let op bij de volgende zaken:
  • Als het eerste deel van het woord verwijst naar iemand of iets waar er  maar één van is, dan        schrijf je één 'e': maneschijn, zonnecreme.
  • Als het om een bijvoeglijk naamwoord gaat dat door het eerste deel versterkt wordt, dan            schrijf je een 'e':  beregoed, apetrots, rodekool.
  • Als het eerste deel van het woord een zelfstandig naamwoord is dat geen meervoud heeft,        schrijf je 'e':  rijstepap, tarwebloem
  • Als het meervoud alleen een -s krijgt of eindigt met een stomme -e +n/+s:  groentesoep, gemeentehuis.
  • Als het eerste deel van een werkwoord komt: spinnewiel, huilebalk.

Slide 41 - Tekstslide

Wat is GOED geschreven?
timer
0:15
A
zonnenschijn
B
hondenhok
C
spinnenwiel
D
schroevedraaier

Slide 42 - Quizvraag

Wat is GOED geschreven?
timer
0:15
A
apentrots
B
apenrots
C
reuzenleuk
D
keuketafel

Slide 43 - Quizvraag

Wat is GOED geschreven?
timer
0:15
A
woordenboek
B
groentenpakket
C
geboortescijfers
D
erwtesoep

Slide 44 - Quizvraag

gemeente + huis
timer
0:20

Slide 45 - Open vraag

boorde + vol
timer
0:20

Slide 46 - Open vraag

kers + pit
timer
0:20

Slide 47 - Open vraag

De S waarmee je woorden verbindt

Schrijf een S als je die hoort:

> personeel + beleid = personeelsbeleid

> personeel + chef = personeelschef

> station + straat = stationsstraat


Slide 48 - Tekstslide

staat + schuld
timer
0:20

Slide 49 - Open vraag

vermogen + beheer
timer
0:20

Slide 50 - Open vraag

Klopte jouw voorspelling aan het begin van de les? Waarom wel/niet?

Slide 51 - Woordweb

Aan de slag!

Nu Nederlands Hfd 4 Gram
Maak de opdrachten bij:
4.1 Meervoud
4.2 Tussenletters
4.3 Aan elkaar of los
4.4 Einde op -e of -en?

Succes :) 

Slide 52 - Tekstslide