Verzorgend redeneren in verpleeghuizen en thuiszorg

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verzorgend redenerenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat betekent intramuraal?
A
de zorgvrager woont in een instelling zoals een verpleeghuis of een kleinschalige woonvorm
B
de zorgvragers wonen niet in een instelling.

Slide 5 - Quizvraag

De zorg kan intramuraal zijn, dat betekent dat de zorgvrager woont in een instelling zoals een verpleeghuis of een kleinschalige woonvorm. Bij extramurale zorg wonen de zorgvragers niet in een instelling.
welke disciplines
kom je tegen in de vt?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

wat houd zorgmanagement in voor de zorgvrager?

Slide 7 - Open vraag

de zorgvrager ondersteun en versterk je in zelfmanagement, het houd in dat de zorgvrager hun aandoening zo goed mogelijk kan inassen in zijn leven. ze zijn ervaringsdeskundige geworden. je sluit daarbij de zorg aan op de wensen en behoeften van de zorgvrager.
wat versta jij onder kwetsbaarheid?

Slide 8 - Open vraag

kwetsbaar zijn betekent dat iets wat niet ernstig lijkt toch grote gevolgen kan hebben voor de gezondheid van de zorgvrager,
is urine-incontinentie een normaal aspect van het ouder worden? wat denk jij?

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide


Het specialisme geriatrie richt zich op de diagnostiek en behandeling van oudere mensen met ingewikkelde ziekteproblemen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maak een sociogram van je zelf 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

draagkracht is een term de wordt gebruikt bij mantelzorgers wat wordt hiermee bedoeld?
A
overbelasting van een mantelzorger
B
is wat een mantelzorger aankan
C
betrokkenheid bij de zorgverlener
D
samenwerking met de mantelzorger

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welke kenmerken van zorgvragers
met een chronische aandoening
houd je rekening als je
verzorgend redeneert?
Noem er drie.

Slide 14 - Woordweb

Kenmerken van de chronisch zieke zorgvrager waar je rekening mee houdt:
Comorbiditeit: de chronische ziekte kan in verband staan met meerdere aandoeningen.
Pijn en de beleving van pijn spelen een grote rol.
Het volgen van adviezen en voorschriften kan moeilijk zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Ondervoeding.
Huidletsel.
Incontinentie.
Medicatiefouten.
Vallen.
Depressie.
Mondproblemen.
Delier.
Welke e-health-toepassingen kun je inzetten om problemen bij zorgvragers in de VVT vroegtijdig te signaleren?

Slide 18 - Open vraag

Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan de inzet van sensoren. Door de gegevens van deze sensoren die over een langere tijd zijn verzameld te vergelijken, kun je een afwijking, en daarmee een achteruitgang, goed signaleren.

slimme sokken registreren bijvoorbeeld de gemoedtoestand ten aanzien van de hartslag
Met welke wet- en regelgeving moet je in deze situatie rekening houden bij het inzetten van e-health-toepassingen?

Slide 19 - Open vraag

Bij de inzet van een e-health-toepassing moet je altijd goed kijken naar de Wet zorg en dwang: heeft de toepassing gevolgen voor de vrijheidsbeperking van de zorgvrager. Daarnaast zijn natuurlijk ook de wetten rond privacy en persoonsgegevens van belang: de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Ook is er een aparte Wet cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens in de zorg. Daarnaast bevat de Wet op de medische hulpmiddelen eisen waaraan een toepassing moet voldoen om te mogen worden gebruikt in de zorg.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzorgende-IG Anna komt bij mevrouw De Boer, een zorgvrager met COPD. Mevrouw voelt zich niet goed. Ze ligt nog in bed en maakt een verwarde indruk. Anna maakt zich ongerust. Ze vraagt zich af of ze de arts moet waarschuwen.

Welke denkhulp kan Anna nu het best gebruiken?
A
mews
B
sbar
C
dos
D
soap

Slide 21 - Quizvraag

MEWS. Met de denkhulp MEWS kun je snel beoordelen of de vitale functies van de zorgvrager aanleiding zijn om een arts te waarschuwen.
De denkhulp SBAR helpt je om te communiceren met een arts of andere zorgverlener.
De DOS is een observatielijst waarmee je kunt beoordelen of er mogelijk sprake is van een delier.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De denkhulp Levensdomeinen kun je gebruiken om de situatie van de zorgvrager in kaart te brengen. Je stelt bij elk van de vier domeinen vragen aan de zorgvrager. Soms is een zorgvrager te ziek, vermoeid of verward om de vragen te beantwoorden.

Wat doe je dan?
A
je bespreek de levensdomeinen met de vertegenwoordiger van de zorgvrager
B
je wacht met bespreken van de levensdomeinen tot de zorgvrager in staat is met je te praten
C
je vult de antwoorden in met de gegevens in het zorgdossier en je eigen observaties

Slide 23 - Quizvraag

Als een gesprek met een zorgvrager niet mogelijk is, verdiep je dan in zijn situatie door met een naaste of vertegenwoordiger te praten.

Hoe belangrijk is het domein 'participatie'?
onbelangrijk
belangrijk
zeer belangrijk

Slide 24 - Poll

Hoe belangrijk de verschillende domeinen zijn, is per zorgvrager en per situatie verschillend. Als iemand door een acute aandoening zoveel pijn heeft dat hij zichzelf niet kan wassen en niet kan eten, is het waarschijnlijk niet zo heel belangrijk dat hij niet naar de zestigste verjaardag van zijn nicht kan.
 Maar voor een terminaal zieke zorgvrager is het bijwonen van die verjaardag misschien zo belangrijk, dat hij er wat pijn voor over heeft.
 
Voor zorgvragers in de langdurige zorg is het vaak heel belangrijk dat zij een zinvolle dagbesteding hebben en dat ze contacten met dierbaren kunnen onderhouden. Zorg dat je altijd de wensen en behoeften van de zorgvrager als uitgangspunt neemt. Alleen dan weet je wat het belangrijkst voor hem is.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat observeer je met de DOSS?
A
hart en vaat ziekten
B
dementie
C
longziekten
D
delier

Slide 27 - Quizvraag

Delirium Observatie Screening Schaal. Deze denkhulp gebruik je om vast te stellen of er mogelijk sprake is van een delier bij de zorgvrager.

Slide 28 - Tekstslide

samenwerken doe je met verschillende disciplines hiervoor zijn vaak overlegmomenten gepland.

dit wordt op verschillende wekvelden anders ingevuld
wat hebben jullie voor
bewoner specifieke
overleggen?

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

hoe wordt bij jou op de werkvloer gewerkt aan preventie?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

hoe pas jij preventie toe in je dagelijks werk?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

  • Ze had een collega kunnen vragen mevrouw haar medicijnen te geven.
  • Ze had kunnen besluiten dat ze geen idee had waarom mevrouw haar medicijnen weigerde en kunnen uitzoeken wat de reden was.
  • Ze had kunnen concluderen het gedrag van mevrouw te wijten was aan het ziektebeeld en meer tijd kunnen besteden aan de bespreking van de oorzaken van dat probleem.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

voor als er tijd is een luchtige afsluiting

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies