1TH Comparisons

Welcome to the English class.


"Get your reading books out and let's begin."
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome to the English class.


"Get your reading books out and let's begin."

Slide 1 - Tekstslide

Degrees of comparisons

Slide 2 - Tekstslide

Comparisons
Vergrotende trap

....-er than

voorbeeld:
old --> older
tall --> taller 
Comparisons
Overtreffende trap

the ....- est

Voorbeeld:
old --> oldest
tall --> tallest 

Slide 3 - Tekstslide

Comparisons
vergrotende trap

more ....

Voorbeeld:
More expensive
Comparisons
Overtreffende trap

most.....

Voorbeeld:
Most expensive

Slide 4 - Tekstslide

Let op:
Er zijn ook onregelmatige vormen


good -->  better -->  best

bad--> worse --> worst 

Slide 5 - Tekstslide

Comparisons
Vergrotende trap
woorden op -y

....-ier than

voorbeeld:
tiny --> tinier
busy --> busier 
Comparisons
Overtreffende trap
woorden op -y

the ....- iest

Voorbeeld:
tiny --> tiniest
busy --> bussiest

Slide 6 - Tekstslide

GRAB your phone....

Slide 7 - Tekstslide

Fill in:
Andy is ______ (nice) than Andrew.
A
nicer
B
nicest
C
more nice
D
most nice

Slide 8 - Quizvraag

Fill in:
Miss Hartman is the .... (good) teacher in the world.
A
gooder
B
better
C
best

Slide 9 - Quizvraag

Fill in:
This jacket is ________ ( comfortable) than that one.
A
comfortabler
B
comfortablest
C
more comfortable
D
most comfortable

Slide 10 - Quizvraag

Fill in:

A car is _______ (fast) than a bicycle.
A
faster
B
fastest
C
more fast
D
most fast

Slide 11 - Quizvraag

PHONE DOWN....

Slide 12 - Tekstslide

Woorden met één lettergreep
Krijgen - er in de vergrotende en - est in de overtreffende trap:

tall - taller (than)- (the) tallest

Bestaat een woord uit één lettergreep en eindigt
het op één klinker en één medeklinker, dan 
verdubbelt de medeklinker.:

big – bigger (than) – (the) biggest

Slide 13 - Tekstslide

Woorden met 2 lettergrepen
Eindigt het woord op - le, -er, -ow, -some of -y:                         -er & -est

simple - simpler - simplest
easy - easier - easiest

Eindigt het woord niet op - le, -er, -ow, -some of -y- :             more & most 

careful - more careful - most careful
active - more active - most active

Slide 14 - Tekstslide

Woorden met 3 of meer lettergrepen
Krijgen more in de vergrotende en most in de overtreffende trap:

beautiful - more beautiful - most beautiful
expensive - more expensive - most expensive

Slide 15 - Tekstslide

Uitzonderingen
good - better - best
bad - worse - worst
little - less - least
many - more - most
much - more - most

Slide 16 - Tekstslide

GRAB your phone....

Slide 17 - Tekstslide

Use the right comparison (overtreffende):
>> (quick) She is _____ dog.

Slide 18 - Open vraag

Use the right comparison(vergrotende):
> (smart) He is __________ the baby.

Slide 19 - Open vraag

Use the right comparison:
> The dog is _________ I am.
A
quicker than
B
the quickest
C
quicker
D
quickest

Slide 20 - Quizvraag

Use the right comparison:
> Jessy is ______ my mum.
A
funnyer than
B
funnier than
C
more funny than
D
the most funny

Slide 21 - Quizvraag